Retiefstraat 114 III – Het gezin van Mozes Wegloop (3)

Over de eerste aanvraag voor steunverlening

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Advertentie voor de Bond in de Kle(e)dingindustrie, bron: Het Volk van 12 juli 1920

Advertentie voor de Bond in de Kle(e)dingindustrie, bron: Het Volk van 12 juli 1920

Mozes is werkzaam als ‘klerenperser’. Klaartje werkte voor haar huwelijk als ‘cartonnage werkster’. Hun eerste adres samen was de  Uilenburgerstraat 27 I, maar na de sanering van de buurt en de oplevering van de nieuwe woningen in de Transvaalbuurt ‘verlaten ze de Oude Jodenbuurt’. Zij woonden in eerste instantie in de Retiefstraat op nummer 82 I maar in het jaar 1929 verhuisden ze naar nummer 114 III. De woningkaart van dit laatste adres is op zijn minst onoverzichtelijk te noemen. De buren van nummer 116 gebruikten overigens dezelfde opgang. De huur van de woning was 3,80 gulden per week.

Woningkaart van de Retiefstraat drie hoog, bron: indexen SAA

Woningkaart van de Retiefstraat drie hoog, bron: indexen SAA

Vakbond

Hij is vanaf 6 april 1925 lid van de Bond in de Kledingindustrie. Als Mozes op 30 december 1925 een beroep doet op de “Commissie voor Steunverlening aan Crisis Werklozen” heeft hij echter 10 weken contributieschuld. Het dossier geeft verder aan dat hij als tien jaar werkte bij de firma De Vries in de Heintje Hoeksteeg. Hij verdiende gemiddeld ongeveer 34 gulden per week. Mozes werd op 18 december 1925 ‘vanwege slapte’ ontslagen.

De Militie

Mozes was in het jaar 1918 nog gekeurd voor de militie. Zijn geboortedatum ontbreekt, maar gezien de opmerking in zijn dossier is hij in ieder geval in dienst geweest en klopt de informatie. Zo wordt vermeld dat hij in september (jaar ?) twee weken in militaire dienst is geweest en dat hij daarvoor f. 2,02 per dag zogenaamde ‘militaire vergoeding’ kreeg. Indien ik het juiste dossier heb gekoppeld aan Mozes, naam en beroep kloppen, dan was hij 1 meter en 730 mm lang. In het dossier staat hij op 29 september 1922 met Groot Verlof ging en opnieuw op 25 september 1925. Verder werd vermeld dat hij kostwinner is, dat klopt voor zowel 1922 als voor 1925. 

Uitkering via ‘Crisis Werklozen’

Het besluit is dat Mozes met ingang van 22 januari 1926 f. 15,25 per week uitgekeerd krijgt. Vanaf deze eerste aanvraag is er voortdurend sprake van werk, werkloosheid en incidentele werkzaamheden. Zo werkt hij in juli 1928 een korte periode (drie dagen per week) bij ‘Abrahamson’ in de Meerhuizenstraat 15 twee hoog. Zijn gemiddelde verdiensten zijn door al die wisselingen afgenomen tot gemiddeld 22 gulden per week.

Kleine advertentie, hoewel het niet over een perser gaat, voor Abrahamson, bron: het Volk van 2 mei 1934

Kleine advertentie, hoewel het niet over een perser gaat, voor Abrahamson, bron: het Volk van 2 mei 1934

Wat nog wel opmerkelijk is, is de vermelding dat Mozes een conflict heeft met zijn vakbond. Hij heeft zelfs voor een korte periode zijn lidmaatschap opgezegd. Hij legt het conflict wel bij, maar daardoor mist hij een aantal zegels in zijn bondsboekje. Het gevolg daarvan is dat hij geen steun kan krijgen van de Bond en later opvallend genoeg ook geen Rijksuitkering (RU).

NAAR: VERHAAL 1 

OF NAAR: VERHAAL 4

Alle rechten voorbehouden

49 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe