1925
Wat hem in 1916 ook al eens overkwam, gebeurde nu in 1925 ook weer. De verkoop van IJs is gebonden aan het seizoen. Abraham heeft ongeveer 15 weken in zijn onderhoud voorzien door de verkoop van vanille ijs. Hij verdiende daar tussen de 25 en 30 gulden per week. De ambtenaar constateert: “Aangezien het weder den laatsten tijd zeer slecht is, zijn de verdiensten de laatste weken zeer gering geweest.” Feitelijk blijkt dat hij al vanaf 4 september zonder inkomen is. Abraham heeft nog geen rechten opgebouwd om in aanmerking te komen voor een Rijksuitkering.
Dochters Rozet en Rebecca gaan werken
Besloten wordt om een uitkering te verstrekken van 18 gulden per week (ingaande per 14 september 1925). Daarbij is rekening gehouden met het feit dat dochter Rozet aan het werk is als leerling werkster bij Leontie in de Spuistraat 74. Zij verdient daar f. 2,50 per week. Er bestond wel een Leonti’s Textiel Industrie op adres Spuistraat 64 – 70! Later, in 1927, zal zij gaan werken bij het atelier Troeder in de IJsselstraat (moet zijn: L.Troeder, Oude IJsselstraat 13). Ook haar zuster Rebecca komt hier te werken. Beiden verdienen twee gulden per week. Hun broer Joël zit nog op school. De zoon van zijn tweede vrouw: Michel werkt bij Davidson in de Sint Anthoniesbreestraat 25 met een inkomen van f. 4,50.
Een overzicht: 1925 – 1927
In 1927 wordt een nieuw deel aan het dossier gevoegd. Het geeft direct een kort overzicht vanaf 1925 tot en met eind 1927: “Aanvrager heeft van november 1925 tot januari 1927 gewerkt bij de firma Hogervorst, Celebesstraat tegen een loon van f. 36,- per week. Wegens ziekte kwam hij zonder doch ontving van zijn patroon het loon doorbetaald tot 5 maart. Nadien ontving hij afwisselend reglementaire uitkering van zijn bond tot 27 juli j.l. Aanvrager vent ’s zomers met ijs. Van 12 september j.l. tot 29 oktober genoot de man opnieuw ongeregeld uitkering bond, laatst op 29 oktober f. 3,-.
Van 7 november tot 17 november werkte de man als noodhulp bij de firma Smit – Duizendkunst, Haarlemmerstraat 144 tegen een dagloon van f. 5,- p.d. (in totaal 10 dagen). Vanaf die tijd is de man zonder. Hij deed een aanvraag om Crisissteun doch kwam niet in aanmerking. De aanvraag is thans in behandeling bij de Beroepscommissie. Volgens inf. bij de Crisis kan het nog wel eenige weken duren alvorens een beslissing is genomen.
M.i. kan dit gezin hierop bezwaarlijk wachten. Blijkens info is de man momenteel geheel zonder. De inkomsten der kinderen bedragen f. 8,50. M.i. is hulp gewenscht.”
N.B. de genoemde tijdelijke werkgevers zijn niet traceerbaar
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 6