Frits Slicht
Abraham Jas wordt op 5 maart 1886 geboren. Hij zou gaan werken als banketbakker. Hij trouwt op 24 juli 1907 met Fijtje Lierens (geboren op 17 juli 1884. Fijtje zal op jonge leeftijd te komen overlijden op 24 mei 1922. Fijtje werd ook wel Sophie genoemd!
Over de ouders van Abraham
Abraham is de zoon van Joël Jas en Rosette Scharlewie. Joel was koopman, maar waarin of waarmee is niet bekend. Het gezin woonde in de periode tot 1893 ondermeer in de Sint Anthoniebreestraat 55, de Rapenburgerstraat 7 en op twee adressen in de Ververstraat (2 en 15). In het jaar 1875 of 76 wordt hij gekeurd voor de militie. Hij was 1 meter en 613 mm groot, geen opvallende kenmerken of het moet zijn blonde haar zijn. Vanwege de broederdienst wordt hij vrijgesteld. Uitgaande van de gezinskaart van vader Joel (7 mei 1856 – 27 april 1921) bestond het gezin acht kinderen (een zoon overleed na een jaar). Op de gezinskaart staan meerdere adressen, praktisch allemaal in de Batavierstraat. Joël trouwde 11 juni 1876 met Rosette, van beroep dienstbode, geboren te Zaandijk op 6 februari 1853. Joël of Joel werkte volgens de huwelijksakte als venter. Zij overleed op 70-jarige leeftijd op 3 september 1923. Huwelijksakte van Abraham Jas en Fijtje Lierens van 24 juli 1907, bron: WieWasWie 
Over de ouders van Fijtje
Fijtje is de dochter van Joseph Lierens en Roosje Visman. Haar vader was ten tijde van zijn huwelijk op 10 mei 1876 werkzaam als sjouwerman én milicien. Joseph (11 augustus 1852 – 19 september 1924) zou later ook werken als venter. Wonen was blijkbaar een probleem, kijkend naar het grote aantal adressen dat genoemd kan worden. Maar de Batavierstraat springt er wel bovenuit. Joseph en Roosje krijgen vijf kinderen. Bij het huwelijk was Roosje (14 april 1853 – 5 september 1938) nog werkzaam als werkster. Batavierstraat in 1906, bron: collectie Jaap van Velzen via het Joods Historisch Museum 
Het dossier van Abraham Jas begint met een aanvraag voor onderstand. Dit verzoek van december 1916 loopt dan nog via het Burgerlijk Armbestuur. Volgens dit eerste deel is Abraham ‘koekbakkersknecht’. Van Fijtje wordt opgemerkt dat ze lichamelijk geen gebreken heeft, maar wel ‘hoogst zwanger’ is. Op 8 januari 1916 wordt hun derde kind, Joël, geboren. Wat niet wordt vermeld, is het feit dat twee kinderen kort na elkaar zijn overleden. Het gaat om Joël en Joseph in respectievelijk 1914 en 1915. In een begeleidende briefje van het Algemeen Steuncomité (A.S.C.) staat dat betrokkene Jas, wonende in de Batavierstraat 3 III, ‘geen geval’ is voor het A.S.C.: ‘Betrokkene staat ’s zomers met de IJscokar en heeft ‘s winters slechts los werk.’ De familie kan niet steunen. De ouders van Abraham wonen op de Rechtboomsloot, zijn vader is ‘vischschoonmaker’ met een verdienste van ongeveer tien gulden per week. De ouders van Fijtje zijn ‘HZA bekend’ (= Huizittende Armen).
NAAR: Tugelaweg, de Kopadressen
OF NAAR: VERHAAL 2
