'Het Plashuis’ was een zwembad gelegen bij de Diemerzeedijk, aan een waterplas genoemd Bovendiep, welke die dan weer gelegen was aan het Merwedekanaal. Voor ons toen bereikbaar vanuit Diemen via de Oud Diemerlaan en de Pont over het Merwede Kanaal ( Amsterdam Rijnkanaal
Je kon het Plashuis ook bereiken vanuit Amsterdam, lopend of fietsend over de Schellingwouderbrug, dan onder deze brug door, via de Diemerzeedijk richting de pont . Eerst kreeg je een aantal woonboten, Zeilschool Oost en dan de botenwerf (2x ?) daarna het Plashuis aan de rechterzijde van de Diemerzeedijk . Na de Villa van Vermazen nu rechtsaf naar beneden richting de Pont ( Oud Diemerlaan). Rechtsaf naar het Plashuis. Het Plashuis was opgericht in 1926. Wat ik me goed herinner is dat er een zandstrandje was en dat het water in het rechter gedeelte van het bad niet echt diep was en verdrinken haast onmogelijk was. We rolden ons 'heerlijk' in het zand en namen dan telkens weer een 'iets van wat op een duik' leek weer het water in.
De pont, op de meeste foto's, zijn van een zogenaamde veerwagen. Een veerwagen die was gebouwd door firma Hensen uit Rotterdam de rails werd aangelegd door de firma Smulders. Eén pont lag bij de Oud Diemerlaan en een tweede pont, exact een kopie lag bij de Overdiemerweg. De ponten of ook wel railponten reden over rails die op de bodem van het kanaal lag. In de volksmond werd de term "Vadertje Langbeen" ook wel gebruikt. Een veerwagen is een bijzonder soort pontveer, dat niet vaart maar over/op de bodem van het water gelegen rails rijdt. Het gaat daarbij om een platform op een boven water stekende stellage, waar wielen onder gemonteerd zijn. Die trekt zichzelf aan een ketting over de bodem van een kanaal naar de overkant. De railbaan in het Amsterdam-Rijnkanaal lag een meter lager dan de gemiddelde vaardiepte van het kanaal, zodat de schepen de railbaan niet raakten. De ponthuisjes bij de ponten op de kanaaldijk zijn allen van een herkenbaar Rijkswaterstaat-ontwerp. Het voordeel van een veerwagen is dat die niet schommelt door de golfslag van voorbijvarende schepen, en altijd op exact dezelfde hoogte aan de wal aanlegt zodat geen in hoogte verstelbare oprit nodig is. Dat was handig voor handkarren en de paard en wagens. Met de verbreding van het Amsterdam-Rijnkanaal zijn de veerwagens in 1972 afgeschaft en vervangen door vrij varende pontveren.
Het prachtige Plashuis dus, (later Jagershut en onderdeel van de jachthaven) was een recreatieplek waar je je echt buiten voelde en waar je je zeker indien het mooi weer was de hele dag kon vermaken. Een zelf klaar gemaakte boterham en wat drinken mee en een gulden mee voor entree en 'wat lekkers'. Uren hebben we ons daar vermaakt. Eén dag zal ik nooit vergeten. Het was stralend weer en ik was in slaap gevallen. Ik had sterk mijn rug rood verbrand maar tegen mijn moeder zei ik dat het geen pijn deed. Na een nachtje slecht slapen gingen we de volgende dag toch maar weer al te graag naar het Plashuis. Ook herinner ik me die slecht geplaatste klok aan de wand in de kantine van het Plashuis. Je had nog geen horloge (zeker nog geen mobieltje) en je mocht van de eigenaar, als je niets kocht , niet steeds de kantine binnenlopen . Van je ouders moest je wel op tijd thuis zijn dus ik was meestal 'zeer op tijd' op weg naar huis.
Het Plashuis.Ik ben er nog eens terug geweest . Naar de plek die nu links onder aan de Nesciobrug ligt. Ik kon er geen goede voorstelling van maken hoe het daar toen geweest was.