Tugelaweg 65 I – Het gezin van Henrie Schnitseler (16)

Laatste vermeldingen over Samuel M. Schnitseler (dl. 4) en de schoonzoon Meijer Wallega

Verteller: Frits Slicht Frits Slicht
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Spitskopstraat
Het opslaggebouw met de sprinklertoren van Spinnerij Roombeek van de firma Menko uit 1912. Het textielcomplex Roombeek werd op het pakhuis na, in 1996 afgebroken. Bron: website over textielhistorie Enschede.

Het opslaggebouw met de sprinklertoren van Spinnerij Roombeek van de firma Menko uit 1912. Het textielcomplex Roombeek werd op het pakhuis na, in 1996 afgebroken. Bron: website over textielhistorie Enschede.

In augustus 1942 laat Samuel weten dat hij de maandelijkse bijdrage van f. 4,- niet meer kan opbrengen. Zijn laatste bijdrage is, zo meldt hij, over de maand augustus.  Hij geeft aan dat hij zijn vader altijd heeft ondersteund maar dat dit helaas nu onmogelijk is geworden omdat hij geen inkomsten meer heeft. Hij schrijft: ‘In ben 6 oktober 1941 omdat ik Jood ben uit mijn betrekking ontslagen. Ik kreeg toen nog een half jaarsalaris tot einde maart 1942. Dit is ook het geval met mijn zoon. Nu ben ik uitgeput en is zulk mij niet meer mogelijk.’

Brief van Samuel Meijer Schnitseler waarin hij uitlegt waarom hij niet meer kan steunen, bron: dossier Maatschappelijke Steun H. Schnitseler

Brief van Samuel Meijer Schnitseler waarin hij uitlegt waarom hij niet meer kan steunen, bron: dossier Maatschappelijke Steun H. Schnitseler

De betrekking waar Samuel naar verwijst is ook het bedrijf waar zijn zoon werkt. Het genoemde bedrijf de NV Spinnerij Roombeek is in handen van de familie Menko. Hoewel hij hoopt dat men begrip heeft voor zijn situatie vindt een ambtenaar het nodig om te informeren bij de Gemeente Enschede. Wel moet de steun aan Henri worden verhoogd en wel tot f. 8,75.

Ondersteuning door de man van Rozette

Meijer Wallega heeft zijn schoonvader regelmatig heeft gesteund. In 1939 verhoogt hij zijn bijdrage zelfs tot f. 2,- per week. Op 5 januari 1940 vraagt hij vrijstelling van de verplichte bijdrage. De reden is dat zijn zoon Izaäk gaat trouwen. Het Bureau gaat akkoord met dit verzoek maar is van mening dat de kleinzoon moet worden aangeschreven. Niet alleen de kleinzoon wordt aangeschreven, men neemt ook contact op met de werkgever (pas in augustus 1941). De werkgever, de firma Van Beem op de Achterburgwal 146, geeft aan dat Izaäk Wallega al werkzaam is als kantoorbediende bij de firma sinds 1934 met een weekinkomen van f. 41,50.

Advertentie met adres van de firma Enni op de O.Z. Achterburgwal, bron: Courant  Nieuws van den Dag van 3 okt. 1939

Advertentie met adres van de firma Enni op de O.Z. Achterburgwal, bron: Courant Nieuws van den Dag van 3 okt. 1939

De firma van Beem staat op hetzelfde adres ingeschreven als de eerste Nederlandse Naaizijde Industrie “Enni”. In een advertentie gaat het overigens om de Oudezijds (O.Z.)  Achterburgwal 146. of Izaäk ook daadwerkelijk heeft gewerkt bij Enni is niet met zekerheid vast te stellen. Izaäk krijgt op 22 augustus 1941 de melding dat hij f. 2,50 per week moet gaan bijdragen in het onderhoud van zijn grootvader. Ook hij krijgt weer de keus of hij het rechtstreeks aan zijn grootvader gaat geven of dat hij het aan het kantoor van Het Bureau wil komen voldoen. Uit het dossier blijkt dat hij vanaf november 1941, via het kantoor, gaat bijdragen. Waarom er zo’n grote tijd zit tussen de melding van het huwelijk en de uiteindelijke beslissing is mij niet bekend.

NAAR: VERHAAL 1

OF NAAR: VERHAAL 17 

Alle rechten voorbehouden

18 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe