Alleen van Mozes Swart is geen correspondentie bekend. Mozes, getrouwd met de jongste dochter Sophie, heeft altijd op de markt gestaan. In het dossier wordt zijn naam consequent geschreven als ‘Zwart’. Hij steunt zijn schoonvader tot juni 1941, daarna geeft hij aan dat de handel zo slecht gaat dat hij niet meer kan bijdragen. Volgens zijn archiefkaart handelde hij in galanterieën. Wat nergens wordt vermeld, is dat hij gewerkt heeft als diamantbewerker en samen met zijn vrouw in Antwerpen heeft gewoond. Dat bleek uit de twee foto’s die in vond bij het Joodsmonument van Mozes en zijn vrouw Sophie. Dat was overigens al vanaf het jaar 1923. meer informatie volgt in een later verhaal.
Van vader Henrie is verder nog te melden dat hij in maart 1940 dat hij een nieuw kostuum mag gaan halen bij Herzberger. De firma Herzberger was een trouwe leverancier van kleding aan hen die onder Maatschappelijke Steun vielen. Oorspronkelijk opgericht in Eindhoven komt de firma in 1909 naar Amsterdam. Advertentie voor de N.V. Nederlandsche Kleding- en Textielfabrieken De Lama', bron: De courant Het Nieuws van den Dag van 6 januari 1943. Henrie Schnitseler overlijdt in Kamp Westerbork op 25 december 1942, bron: Het Joodsche Weekblad van 1 jan. 1943
Hoewel in het dossier verwezen wordt naar ‘een gezin’, ging het natuurlijk allen nog maar om de oude Henrie en zijn dochter Willemina.
Na het overlijden van haar vader ik Kamp Westerbork staat zij er dus helemaal alleen voor en gaat zij op 11 januari 1943 op transport naar Auschwitz waar zij drie dag later wordt vermoord.
NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 18