Klaartje Soesan werd geboren op 10 april 1896. Van haar is niet bekend of zij voor haar huwelijk heeft gewerkt. Klaartje trouwde op 26 mei 1920 met Mozes Ossendrijver (geboren op 1 september 1896). Mozes komt uit een groot gezin, hij had volgens de gezinskaart van zijn vader Aäron negen broers en zusters. Geboren in de Weesperstraat zou hij met zijn ouders nog zeven keer verhuizen voor hij met Klaartje in de Plantage komt te wonen. Mozes heeft in zijn leven meerdere beroepen of werkzaamheden gehad. Zo gaf hij bij de keuring voor de militie in 1917 aan te werken als broodbakker. Mozes was 1 meter en 632 mm groot. Hij werd afgekeurd vanwege aandoening 218 (= slepende borstvliesontsteking).
In 1922 werd hij in het dossier van zijn schoonvader: bakkersknecht en broodbezorger genoemd. Op zijn archiefkaart staat dat gewerkt heeft als schoenmaker en volgens het Joods Monument was hij ‘reizend koopman’. De gezinskaart vertelt dan weer dat hij ‘koopman in ongeregelde goederen’ was. In de jaren ’20 woonden zij op de Plantage Muidergracht op nummer 47-I en op nummer 33-II. Latere adressen die ik heb kunnen achterhalen waren: de Uiterwaardenstraat 29-I Vechtstraat 20 huis en in 1943 de Krugerstraat 15-II. Mogelijk dat het gezin in 1942-1943 gedwongen moest verhuizen van de Vechtstraat naar het ‘concentratiegebied’ Transvaalbuurt.
Intussen was Mozes opgeroepen voor een tewerkstelling in een Joods Werkkamp. Hij is, zo blijkt uit bronnen, terecht gekomen in Kamp Molengoot. Dit kamp lag in Collendoorn aan de weg van Hardenberg naar Lutten. Aan het begin van de oorlog waren er werkloze mannen uit Scheveningen en Den Helder die werkten, vanaf maart 1942 kwamen hier de Joodse mannen. Op deze pagina van de website over Joodse Werkkampen (over Molengoot) is het verhaal van Flip Slier te lezen, hij kwam uit de Vrolikstraat en schreef vanuit het kamp meerdere brieven aan zijn ouders.
Klaartje en Mozes kregen twee kinderen.
Hun oudste kind: Aron (geboren op 15 augustus 1921) zou de oorlog overleven. Hun tweede kind was Ruben (geboren op 17 september 1922). Ruben heeft gewerkt als kappersbediende. Hij werd op 26 februari 1943 in Auschwitz vermoord.
Op de kaart van de Joodse Raad (Westerbork) van Mozes staan meerdere verwijzingen naar een voorgenomen huwelijk van zoon Aron met Sara / Saartje de Vries. Op de kaart van Aron staat niets over een huwelijk, wel dat hij een ‘gesperrde functie’ had. Het huwelijk vond overigens plaats op 28 juli 1943 in Amsterdam. Uit de kaart van Saartje blijkt overigens dat beide jongelui werkzaam waren in de Joodse Invalide (J.I.), adres: Weesperplein 1. Ook Saartje zou de oorlog overleven.
De ouders, Klaartje en Mozes, werden op 4 september 1943 in Sobibor vermoord.
TERUG NAAR: VERHAAL 1
OF NAAR: VERHAAL 28