In mijn herinnering was het op zaterdag vóór Pasen 1933 dat een groot eskader Italiaanse amfibievliegtuigen onder leiding van Balbo een ‘goodwill’ bezoek bracht aan onder andere Nederland. Er was in de media gemeld dat omstreeks 13 uur het eskader over de Watergraafsmeer zou vliegen op weg naar de Koninklijke Marineluchtbasis vlakbij de Oranjesluizen. Er was daar tegen het water aan een grote hangaar gebouwd voor de marine. Wij stonden in de huiskamer te wachten op het spektakel. Plotseling zagen we ze komen en stormden we gedrieën naar boven naar het balkonnetje om ze beter te kunnen zien. Nu was vader juist bezig de trap naar boven te schilderen en was halverwege toen we langs hem heen over de natte trap holden. De gele afdrukken van onze voetstappen op het linoleum van de hal en de slaapkamer waren later stille getuigen van onze haast! In drie golven kwamen de grote vliegtuigen laag overvliegen. Het was een geweldig gezicht en zal me altijd bijblijven. Vader was uiteraard goed kwaad en we waren nog lang bezig de verf met een doek gedrenkt in benzine weg te poetsen.
Met Balbo ging het tot het begin van de Tweede Wereldoorlog goed. In 1933 vloog hij naar New York en werd door Mussolini benoemd tot maarschalk luchtvaartzaken. In 1934 werd hij gouverneur van Libië waar hij zich inzette voor verbetering van de infrastructuur. Bij de totstandkoming van de as Rome-Berlijn keerde hij zich tegen dat verbond met Hitler. Hij werd op 28 juni 1940 met zijn vliegtuig door het Italiaanse afweergeschut, volgens zijn vrouw in opdracht van Mussolini, neergeschoten boven Tobroek en kwam daarbij om het leven.
N.B. De gegevens over Balbo zijn mij door mijn Italiaanse kleinzoon Brian Subinaghi aangereikt, waarvoor ik hem zeer dankbaar ben.