Begin dertiger jaren kreeg ik een jonge hond, een Duitse herder, cadeau. Ik noemde hem Kazan. Het was voor moeder aanvankelijk zéér lastig. Omdat hij nog niet zindelijk was werd hij ’s nachts opgesloten in de keuken waar de vloermat dan werd weggehaald. Elke morgen vond moeder een hoopje en een aantal plasjes. Gelukkig werd de hond spoedig zindelijk, maar toen kwam het probleem, dat hij aan vrijwel alles begon te knagen. Wisten mijn ouders veel hoe ze dat probleem op moesten lossen?
Ik was gek op mijn hond, hij volgde mij als een schaduw als ik bijvoorbeeld op het Linnaeushof speelde. Hij sprong met gemak over de schutting. Eens had vader de trap geschilderd waarna Kazan zomaar over de nog natte verf naar boven liep, tot woede van pa natuurlijk. Toen hij ook nog een kan melk omvergooide in zijn speelsheid was de maat bij mijn ouders vol. Toen een kennis, bewaker van een fabriek aan de Omval, een waakhond nodig had, was de beslissing snel gemaakt. Kazan werd door hem opgehaald. De heer Rakers, de nieuwe baas van mijn hond, gaf me als troost een plak chocola! Wie schetst onze verbazing toen na enige dagen Kazan kwispelstaartend via de schutting weer op het Linnaeushof kwam aanlopen, en weer bij me wilde blijven! De vreugde was echter van korte duur: al snel kwam de heer Rakers zijn hond ophalen en deelde mee van Kazan een kettinghond te zullen maken, zonder enige kans op uitbreken.
Ik heb mijn hond daarna niet meer gezien. Ik was ontroostbaar en legde mijn verdriet vast in een opstel dat ik maakte en nog steeds in mijn bezit heb. Een jaar later verhuisden we naar de Radioweg. Dat was al een tijd bij mijn ouders in voorbereiding en daar paste, volgens hen, géén Kazan in!
Kazan
Hij liep zomaar over de nog natte verf naar boven.
5711 keer bekeken