Bij ons op 19 huis kwam op een gegeven moment een mevrouw Sara Emma Kulker – de Groot wonen. Zij was weduwe en woonde samen met haar dochter; Hetty Frederika Kulker. (De man van mevrouw Kulker was overleden op 25 november 1942. Haar man, Barend Kulker, was diamantklover. Tot de verplichte verhuizing naar de Schalk Burgerstraat woonde het gezin in de Deurloostraat 83 drie hoog. Aanvulling F.S.)
Een aantal maanden na deze verhuizing werden moeder en dochter afgevoerd naar de Hollandsche Schouwburg.
In de korte tijd dat zij weg waren en voordat de dochter weer terug kwam, hebben de zogenaamd goede Hollanders en buurtbewoners het hele huis leeggeroofd. Onder andere die van de overkant, de Roozendaals en de Van Dammen, hebben daar aan meegedaan.
Via de tuin aan de achterkant, daar had je een binnentuin, hebben ze de boel weggehaald. Ze hebben ook geprobeerd de piano van mevrouw Kulker mee te nemen. Dat zij een piano had, geeft wel aan dat zij van gegoede afkomst was, zeker in vergelijking met de buurtbewoners.
Via diezelfde tuin is de piano later teruggebracht, onder dreigementen van andere buren. Zij hebben gedreigd de plunderaars aan te geven voor diefstal.
De dochter kwam na een paar dagen weer terug en trof een lege woning aan. Ze heeft toen in het raam een papier opgehangen. Op het papier had ze geschreven of er iemand een pannetje had voor haar. Ze hadden werkelijk alles gepikt. De moeder van Greet heeft haar toen een pan gegeven.
Aanvulling Frits Slicht
Dat die dochter terugkwam, had mogelijk te maken met het feit dat zij werkzaam was voor de Joodse Raad (volgens haar Archiefkaart). Zij heeft de oorlog overleefd en is kort na de oorlog getrouwd met David Weisblüth en geëmigreerd naar Palestina.