Boodschappen doen
Ik haalde wel eens boodschappen voor mijn moeder, maar niet zo vaak. De meeste winkels zaten bij ons in de buurt. Zo had je praktisch naast ons de kruidenierswinkel van Winnik. Die winkel zat op de hoek van de Retiefstraat en de Pieter Maritzstraat, in hetzelfde blok als waar wij woonden. De ingang van de winkel zat in de Maritzstraat. (Volgens het adresboek van de Gemeente Amsterdam zat de winkel op nummer 27 en was het een winkel in ‘koloniale waren en comestibles’, aanvulling F.Slicht.) Bij Winnik verkochten ze werkelijk van alles; boter, kaas, eieren en suiker enzovoort. De boter verkochten ze vanuit een ton, de boter werd verpakt in vetvrij papier. Winnik was een echte buurtwinkel. Ik heb er als jong meisje wel eens mogen helpen, ik zal een jaar of elf, twaalf zijn geweest. Ik mocht dan suiker in papieren zakken doen.
Het lot van de familie Winnik
Volgens mij is het gehele gezin in de oorlog gedeporteerd. (Volgens de archiefkaart van de Gemeente Amsterdam bestond het gezin toen de oorlog uitbrak uit drie personen. Salomon Winnik was kruidenier, hij was getrouwd met Vrouwtje Winnik-Kaas. Er was nog een thuiswonende dochter, Catharina Winnik. Allen zijn op 9 juli 1943 in Sobibor vermoord. Voor de oorlog woonde ook de moeder van Salomon Winnik in de Maritzstraat, tot 31 december 1939. Haar naam was Keetje Winnik-Loezen. Eén dochter (Margaretha), die niet meer thuis woonde, heeft de oorlog overleefd. Er was ook een zoon, Samson. Hij overleed al op jonge leeftijd in 1926, 19 jaar oud. Kruidenier Winnik kwam van Rapenburg, op 21 juni 1932 is hij naar de Transvaalbuurt gekomen. Aanvulling F.Slicht.)
Naar het volgende verhaal: Winkels in en bij de Retiefstraat