In de twintiger jaren woonden we op de Linnaeusparkweg. Enige malen per jaar kwam daar het ‘mannetje op het stoeltje’ langs. Hij was heel klein en was geheel in het leer gestoken en vastgezet op een klein stoeltje. Hij bewoog zich voort door het stoeltje naar voren te hellen en dan — steunend op een stokje — één voor één de linker- en de rechtervoorpoot van het stoeltje naar voren te verplaatsen. Uiteraard haalde hij hier weinig snelheid mee. Hij had zijn koopwaar in een tas geborgen vóór zijn borst. Zijn koopwaar bevatte pennen, potloden, puntenslijpers enz. Klein bureaumateriaal. Met het stokje drukte hij op de deurbel en probeerde zo zijn koopwaar te slijten. Van de straatjeugd had het mannetje géén last — wij riepen hem geen lelijke woorden toe noch pestten we hem. Integendeel we hielpen hem, door voor hem op de bel te drukken als de deuren van de huizen alleen via een paar stoeptreden waren te bereiken. We spraken nimmer een woord met hem. Hij riep bij ons medelijden op. Wat een moeite zó je geld te moeten verdienen!
In 2020 schrijft Ton Riemersma:
Ik heb een foto van het mannetje op het stoeltje:
Geen flauw idee of iemand hier nog recht op heeft, maar het lijkt mij onwaarschijnlijk. Het was een beduimeld plaatje dat ik na het overlijden bij mijn ouders in een oud boekje tegenkwam. Het was een flets en beschadigd fotootje en ik digitaliseerde het toendestijds met mijn eerste scanner op mijn eerste PC. Pas vele jaren daarna werden de mogelijkheden om foto's te bewerken zo goed dat ik het sterk kon opknappen. Een foto in deze kwaliteit is er dus beslist niet en is dus eigenlijk uniek. Het was het plaatje van het mannetje op het stoeltje zoals mijn vader hem had beschreven. Het verhaal dat hij over hem als kind aan mij had verteld was iets minder leuk. Hij zei dat hij vaak door kinderen gepest werd, ze riepen dan Mannetje op het stoeltje en dan van gaf hij ze er van langs met zijn stokje. Verbitterd waarschijnlijk in zijn trieste lot.
Mijn vader was in 1918 geboren op Oostenburg