In zijn studententijd liep onze dominee Boerkoel in de trein een haarziekte op, die hem voorgoed van zijn hoofdhaar beroofde. In die tijd was het ondenkbaar met een kaal hoofd op jeugdige leeftijd op de preekstoel te staan. Dus kocht hij een pruik, een vuurrode en zo getooid kwam hij in de Watergraafsmeer, waar hij in de Rehobothkerk zijn plaats kreeg. De pruik bezorgde hem voortdurend last, paste niet helemaal op zijn nogal puntige schedel. Zo gebeurde het eens, dat bij een catechisatieles een kennis van me een spiekbriefje gebruikte om de vragen van de dominee goed te kunnen beantwoorden. De dominee had dit in de gaten en schoot plotseling op de snoodaard af om hem op heterdaad te kunnen betrappen. Daarbij vergat hij zijn pruik, die bij deze snelle actie geheel op zijn achterhoofd schoof. Wij lagen in een deuk!
Tijdens een zeereis in zijn vakantie naar Spanje stond onze dominee aan de railing, pakte zijn pruik en wierp deze met een ferme zwaai overboord! Toen de dominee na zijn vakantie met een kaal hoofd de dienst begon, alsof er niets gebeurd was, ging er een gemompel door de kerk. Op een dag dat de dominee op bezoek was bij de grootvader van de bekende familie van Wageningen, de heer van Altera, een ras Amsterdammer, en hem vroeg hoe hij zijn uiterlijk vond antwoordde die: " De prijzen van de kammen zullen zakken, maar die van de zeemleren lappen zullen stijgen!"
De pruik van de dominee
Hij pakte zijn pruik en wierp deze met een ferme zwaai overboord.
5038 keer bekeken