Op negentienjarige leeftijd kwam Rob te Nuyl te werken op de Gerrit Kalff-schooltuintjes tussen de Kruislaan en de Weespertrekvaart. Hier heeft Rob van 1950 tot 1986 vrijwel dagelijks vrijwillig gewerkt onder toenmalig tuinleider Ruud Mulder. "Voor 1934 zaten de schooltuintjes aan de Middenweg. Ze moesten verplaatst worden voor de komst van het Ajax-stadion." Sinds 1934 bevinden de schooltuintjes zich nog altijd op dezelfde plaats. Naast groente- en bloementuintjes had de Gerrit Kalfftuin een kruidentuin en bijen. Rob kon vaak wiedend of schoffelend op het complex worden gezien, maar hij zal bij de kinderen van toen beter bekend staan als ‘de gereedschapsman’, die na afloop de ingeleverde materialen controleerde. In de jaren dat hij er werkte heeft Rob de meeste schoolgaande kinderen uit Amsterdam-Oost voorbij zien komen.
Voor de kinderen begonnen de schooltuintjes in de zesde groep rond januari met binnenlessen. Vanaf april konden zij buiten aan de slag. Ieder had een tuintje van twaalf vierkante meter, in tweeën gedeeld door een paadje dat netjes onderhouden werd met de bekende hak. In het voorjaar werden op ieder tuintje door Rob en andere medewerkers al twee viooltjes geplaatst. "Iedereen begon met het zaaien van tuinkers in de vorm van de eerste letter van hun voornaam. Daarna groenten, zoals radijs, bietjes, wortel, boontjes, sla, rammenas en bloemen als dalia’s, cosmea’s, afrikaantjes en zinnia’s. Helemaal achterin hadden we grote heuvels met asperges, maar die waren niet voor de kinderen!"
Vanaf juni werd er wekelijks geoogst tot aan de grote zomervakantie. In september kwamen de kinderen als zevende-groepers terug op hun tuintje. Er was voor de ouders in deze maand de mogelijkheid om de tuintjes te bewonderen voor de laatste, grote oogst. "September, soepzooitje!" Van de laatste geoogste groenten werd een grote pan groentesoep gemaakt in het huisje en daarmee het schooltuinjaar afgesloten.