Frits Slicht
Zoals in het eerste verhaal al werd aangeven, werd Sara op 11 maart 1860 geboren. Zij was de dochter van Hartog Schelvis en Duifje Dresden (geboren op 18 november 1837, later wordt ook het jaar 1838 genoemd). Toen Sara trouwde was haar vader al overleden, zoals ook vermeld in de huwelijksakte van Sara en Salomon. De geboortedatum van haar vader is niet geheel duidelijk. Het bevolkingsregister komt aanvankelijk niet verder dan 1835, later blijkt dit 8 december 1835 te moeten zijn. Bron hiervoor is het militieregister. Hij schijnt te werken als ‘verkopers knecht’. Opvallend is dat hij door zijn vader is ingeschreven. Vanwege zijn te geringe lengte wordt hij een jaar vrijgesteld. Er is niet vermeld hoe klein hij zou zijn. Hoewel er verder in het register niets wordt vermeld, is hij blijkbaar toch in dienst geweest. Als hij namelijk trouwt wordt aangegeven dat hij ‘milicien’ was. Als Hartog en Duifje trouwen op 11 juni 1862 is ook nu weer sprake van het feit dat er al een kind is, in dit onderhavige geval gaat het om dochter Sara. Voor zover valt af te leiden uit de beperkte bronnen zou Hartog Schelvis kort voor of na de geboorte van dochter Elisabeth zijn overleden. Elisabeth is namelijk geboren op 15 januari 1876.
De 3 huwelijken van Duifje
Er valt over Duifje nog wel meer te melden. Zo vond ik een huwelijksakte van 2 januari 1884 toen zij trouwde met een Barend Ossedrijver (van beroep veedrijver). Duifje was toen werkzaam als ventster en weduwe. Haar overleden man was Levie Meents. Maar voor Duifje was dit dus het derde huwelijk, tenslotte was haar eerste huwelijk met Hartog Schelvis. Enig speurwerk leidde mij naar het huwelijk met Levie David Meents op 23 april 1879. Levie Meents was toen 53 jaar oud, Duifje 41. Levie was niet eerder getrouwd geweest. Via de website WieWasWie kwam ik er achter dat zij gewoond heeft in de Koehoudersgang (gang bij of in de Valkenburgerstraat). Dit blijkt uit het bevolkingsregister over de perioden 1851 – 1853 en 1853 – 1863. Lees hier over de erbarmelijke omstandigheden van het leven in de Koehoudersgang Bron: De tehuizen van de Amsterdamsche Proletariërs, door L. M. HERMANS.
Ik ga er vanuit dat het wonen van Duifje vooral in en rond Marken heeft plaatsgevonden, zo kwam ik in iedere geval ook nog de Valkenburgerstraat tegen. Als haar zoon Mozes in 1882 trouwt, is zij daar in ieder geval nog bij net als bij haar dochter Elisabeth in 1894 en haar zoon Samuel in 1897. Via de overgenomen delen vond ik nog dat zij per 22 juni 1901 wordt bijgeschreven op het adres van Levie Nebig (haar schoonzoon, getrouwd met Elisabeth). Via diens slecht leesbare gezinskaart zou zij op 10 maart 1918 zijn overleden.
Van Sara, haar dochter, is in ieder geval duidelijk wanneer zij is overleden. Zij wordt in diverse familieberichten herinnerd. Familiebericht n.a.v. het overlijden van Sara Degen – Schelvis op 28 augustus 1938, bron: Het Volk van 29 augustus 1938 Dankbetuiging voor de goede verzorging van Sara Degen – Schelvis, bron: Het Volk van 1 september 1938 Betuiging van medeleven door de buren uit de Kurgerstraat, bron: het Utrechts Volksblad van 30 aug. 1938 Na de vele betuigingen van medeleven nu een dank daarvoor namens de familie, bron: Het Volk van 27 september 1938 
OF NAAR: Spitskopstraat 10 I – Het gezin van Meijer Degen (3)