Abraham Halberstad werd geboren op 15 september 1878. In 1897 wordt Abraham gekeurd voor de militie. Met zijn 1 meter en 636 mm is hij geschikt voor de militie, maar hij wordt vanwege broederdienst vrijgesteld. Opvallende kenmerken zijn er niet, hij heeft een gewoon ovaal gezicht, bruin haar, een gewone mond, maar wel een grote neus. Hij zou werkzaam zijn als sjouwerman. Dit beroep heeft hij een jaar later bij zijn huwelijk met Elisabeth Haring nog steeds. Kort daarna gaat hij aan het werk als loopknecht. Hij woont dan in bij zijn schoonmoeder, de weduwe Esther Nabarro – Haring. Hoogstwaarschijnlijk gaat het dan om een adres in de Joden Houttuinen. Voor zover valt op te maken uit de bronnen is het eerste gezamenlijke adres van Abraham en Elisabeth in de Rapenburgerstraat, wijk V op nummer 86 een hoog. Dit adres wordt ook vermeld in de eerste gegevens uit de steundossiers. De Rapenburgerstraat was een drukke straat met veel bedrijven en bedrijfjes. Eén van de grotere en bekende bedrijven was de wijnhandel van Stein op nummer 163. Op nummer 50 – 52 zat een schooltje, de Bewaarschool voor Ned. Isr. Minvermogenden. Van zowel de wijnhandel en de school staan op de zuster website Geheugen van Centrum.
Abraham Halberstad is in 1915 ‘loper van de diamantslijperij’ Bottenheim'. Een echte duidelijk omschrijving van deze functie heb ik niet. Maar uit de beschrijvingen haal ik dat het gaat om een persoon die tussen de verschillende werkplekken spullen heen en weer brengt en ook als en soort van bode optreedt naar buiten. Op zijn archiefkaart wordt later vermeld dat hij ‘loopknecht’ is. Een verklaring die ik vond bij Vele Handen is boodschappenloper, het bezorgen van boodschappen, ook wel loopjongen genoemd.
Volgens een latere mededeling zou Abraham begonnen zijn als diamantbewerkers leerling maar al snel ‘loper’ zijn geworden. Abraham is lid van de Centrale Bond van Transportarbeiders. Als hij in maart 1915 werkloos wordt krijgt hij via deze vakorganisatie een uitkering van fl. 8,75. Dit lijkt niet helemaal te kloppen aangezien de Centrale Bond toen in 1915 nog niet bestond volgens het Stadsarchief Amsterdam. Mogelijk gaat het om een voorloper, want in 1918 besluiten 5 kleinere bonden om samen op te trekken. In De Nieuwe Courant van 10 december 1917 wordt dit heuglijke feit gevierd in een artikel: De Transportarbeider.
Hoe dan ook, later blijkt dat hij echt wel lid was.
NAAR: Spitskopstraat 10 huis – Het gezin van Abraham Halberstad (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 10 huis – Het gezin van Abraham Halberstad (5)