Ik heb in de Reinwardtstraat gewoond vanaf mijn geboorte in 1930 tot 1940. Mijn ouders, beide geboren in Kuinre (Overijssel) en getrouwd in Amsterdam in 1913, hadden een kruidenierszaak genaamd ‘De Kleine Winst’ op de Reinwardtstraat nummer 50, waar wij tevens woonden. Beneden was de winkel, een kamertje dat als opslag voor de winkel diende, een keuken en de huiskamer. Op de eerste etage waren drie echte slaapkamers, een tot slaapkamer omgebouwde keuken en nog een klein kamertje dat als slaapkamer diende. Vijf slaapkamers in totaal en dat was nodig, want ik had vier zussen en zes broers, elf kinderen in totaal.
Naast ons was er een loodgieter Diergaarde, aan de andere kant zat een duivenvereniging. Aan de overkant was stomerij Stom en een bakker, Meijssen genaamd. Mijn vader Etigius Johannes Peereboom, getrouwd met Christina Johanna Postma, is in 1931 overleden aan hersenvliesontsteking, 44 jaar oud. Toen in 1940 de oorlog er aan kwam, wilde mijn moeder niet meer met de winkel verder en zijn we verhuisd naar de Commelinstraat.
De Dapperbuurt was een gezellige buurt, op de markt brandden er op zaterdag ‘s avonds altijd gaslampen boven de kramen. Zaterdags gingen we ook altijd in bad, mijn oudste zus, Katrien (Catharina Peereboom), deed dan de kleintjes in de tobbe. Je kon heerlijk buitenspelen, we deden leuke spelletjes zoals diefie met verlos, putten, pinkelen, tollen, bokbokberrie. Je kon in de fietsenwinkel ook een fietsje huren voor 5 cent een half uur of een step voor 2½ cent. Er waren haast geen auto’s, alleen een paard en wagen van de schillenboer of de melkboer. Het Oosterpark was ook dichtbij, daar speelden we ook vaak.