Minder moeite voor de boodschapppen

Boodschappen doen

Verteller: Frans van Zelm
Dapperbuurt

Gelukkig hoeft Frans van Zelm niet altijd -met de benenwagen - er op uit om boodschappen te doen voor zijn moeder of zijn oma.

schillenboer Schillenboer Westerstraat, foto Jaap Doeser uit 1947<br />Bron;Flickr

schillenboer Schillenboer Westerstraat, foto Jaap Doeser uit 1947
Bron;Flickr

Alle rechten voorbehouden

Gelukkig kwamen er ook neringdoenden aan de deur; dat scheelde mij vele loopjes. Zoals gezegd: in de beginjaren Prins. Hij had losse melk in de kar die met een grappige maatbeker aan lange steel vanuit de melkbus in ons tinnen melkbusje werd overgeschept, zonder een druppel te morsen. Die melk hoefde niet gekookt want 'Nederlandse koeien zijn tbc-vrij'. Na flessenmelk maar vòòr de pakken was er melk in plastic zakken. Onhandige dingen die je in een blauwe, plastic houder moest zetten om ze enigszins hanteerbaar te maken.
Aan de bakker die aanbelde heb ik slechts een vage herinnering. Heette hij niet Moes? En nu ineens schiet me de vuilnisman met ratel te binnen. De aardappelman (kar met een paard dat flink kon pissen) heeft het het langst volgehouden. De moderne variant was de 'rijdende winkel' van Rutte. Op zaterdag kwam hij soms nog in de avond langs; wat een baan. [Hersenen blijken rare dingen. Dagen al puzzelde ik op die naam, Rutte, maar hij kwam niet. Zus Martha maar eens raadplegen. En werkelijk op het moment dat ik het haar zal vragen … "Heette die rijdende winkel niet Rutte?" De naam was daar, verbazingwekkend.]
Niet de waar maar de post werd rondgebracht door postbode Gerrit van de Hatert, een kleine man, later bijgenaamd Gerrit de Postduif. Hij deed een voorronde om 'belangrijke stukken' vroeg aan te bieden (belde aan) bij pap. Die had namelijk zijn makelaarskantoor aan huis en Gerrit wist van alles over de bewoners in zijn wijk. Gelieve je vakantie aan hem te melden want anders ging hij zich zorgen maken.
Groenteafval werd verzameld in een zinken teiltje dat in een van de keukenkastjes stond. Eens in de week moest je ermee naar beneden want dan kwam de schillenboer langs. Twee dingen mochten er niet in: rabarberbladen (want zelf de varkens vreten het niet) en natuurlijk geen aardappelschilmesjes (want dan kregen de dieren het scherp in). De schillenkar werd getrokken door een leuke pony.
Op zondag kwam de zuurkar met pekel augurken van, volgens mij, Allegro maar Internet gebiedt De Leeuw. Toen die niet meer steevast door de straat kwam, achtervolgde pa de kar per auto. Of we reden zelfs naar hun winkel/werkplaats in de Vrijheidslaan. Pekelzuur moest en zou er namelijk zijn. (Verder bliefde pap nauwelijks avondeten tenzij 'sla met spek', bloedhete kippensoep of komkommernat. En opa Ketting ging voor 'een broodje halfom' en kneiterhard gebakken puntjes. Rare mensen … die volwassenen want alles oneetbaar vies. )

Een enkele keer gingen we voor boodschappen naar de stad. Mam wilde het hele stuk best lopen maar om ons kinderen te sparen namen we lijn 9. Kinderen kregen een stempel op een groene kaart. Ik vond de motorwagen leuker dan de aanhanger omdat je voorin de bestuurder kon begluren. Hij draaide aan een horizontaal geplaatst wiel om 'gas te geven'. Een wondertje waren de rode en groene lamp tegen het dak. Als achterin iemand op het belletje drukte, ging ook voor de lamp op rood. In de oude Amsterdamse modellen trok de conducteur op verzoek aan een belkoord. De open achterbalkons waren afgeschaft maar de waarschuwing "Houdt U steeds goed vast. Dubbele remmen." hing er nog.
Tegen Sinterklaas gingen we naar de Bijenkorf. Ik moet er met mijn snuffert op hebben gestaan als cadeautjes voor ons werden gekocht. Ik herinner me een echt enorme winkel, de Pieten die op en neer klommen en de glazen liftschachten.

Lees meer: Verdwenen bedrijvigheid in de Don Boscobuurt

Alle rechten voorbehouden

1450 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe