Na telkens een kort verblijf in vier pensions kan je moeilijk zeggen dat Meijer erg ingenomen was met de woonsituatie. Uiteindelijk gaat hij in juli 1942 via het Nederlands Israëlitisch Ziekenhuis naar het Tehuis voor Oudelieden van de Nederlands Israëlitische Gemeente. Het Nederlands – Israëlitisch Oudeliedengesticht was gevestigd naast het Nederlands – Israëlitisch Ziekenhuis. Op 3 maart 1943 werden zowel het ziekenhuis als het oude liedengesticht door de bezetter 'leeggehaald'. De verpleegden werden naar Westerbork gedeporteerd (bron: Joodsmonument.nl).
Een opmerkelijk verhaal over een erfenis
Maar zover is het in 1941 nog niet. In dat jaar doet zich naar mijn idee iets vreemds voor. Het is een opmerkelijk verhaal. In januari 1941 wordt in het dossier van Meijer melding gemaakt van het overlijden van de zuster van Meijer Hamel. Het gaat om Selly Hamel (geboortejaar 1859), woonde / inwonend Weesperzijde 141 (huis + 1 hoog), overleden op 06 februari 1940. Zij was bewoner van het pension van Salomon Verdooner en zou haar broer het bedrag van 850 gulden hebben nagelaten. Aanvankelijk werd in het dossier gesproken over een nog veel hoger bedrag.
De afhandeling
De nalatenschap was geregeld door Notaris: S. West, Oosteinde 17. Het blijkt te gaan om Notaris Salomon West, na de oorlog voortgezet door Maurits West. In eerste instantie denk je dan aan een zoon, maar het ligt een stuk gecompliceerder. Maurits West heette oorspronkelijk namelijk Salomon West. Conclusie: hij heeft zijn naam laten wijzigen. Geboortejaar was hetzelfde (24 oktober 1898), net als het adres.
Daarna
Het lijkt erop dat Meijer niet veel van de erfenis heeft ontvangen. In het dossier wordt verwezen naar ene Albert Büchenbacher, geboren op 18 juli 1902. Hij was werkzaam als secretaris voor het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun, later voor Bureau Sociale Zaken. Op zijn archiefkaart lees ik onder andere dat hij in Kamp Westerbork is terechtgekomen. Gezien zijn Joodse afkomst zat hij daar niet vrijwillig. Hij heeft de oorlog overleefd. In januari 1941 wordt opgemerkt dat: “Zoals reeds in april 1940 beslist, mag de man van de erfenis, wijlen zijn zuster, een bedrag van fl.50,00 aanwenden voor eventuele bijzondere verstrekkingen.”
Juist op dit moment blijkt Meijer Hamel ondergoed en een overjas nodig te hebben. Hij krijgt fl.25,00 uitgekeerd, vrij te besteden. Hij krijgt geen tegoedbon en ook geen winkel aangewezen, zoals in augustus 1939. De overige fl. 25,00 worden in september 1941 uitgekeerd. Wat er met de rest van het bedrag van de erfenis is gebeurd is niet duidelijk!
Tot slot
De laatste mededeling in het dossier heeft betrekking op het stopzetten van de steun: l.u. 2.7.42 na. dld = laatste uitkering in verband met deportatie naar Duitsland!
Op 13 maart 1943 wordt Meijer Hamel vermoord in Sobibor, hij is dan 79 jaar oud.