Het Bureau blijft de kinderen, zij die een voldoende inkomen hebben althans, wijzen op hun onderhoudsplichtige taak. In het dossier bevinden zich diverse verzoeken om steun. De meest opmerkelijke is die aan de kleinzoon A.J. Jacobs (= Abraham Jacob). Verzoeken is misschien niet het goede woord, in de brief (meer een standaard formulier, zie bijlage/foto) staat namelijk letterlijk: “Krachtens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek bent u verplicht in het onderhoud van Uw grootvader, daar deze behoeftig is, te voorzien”. Deze A.J. Jacobs (geb. datum 19 oktober 1914) is getrouwd met Rosalie Mouwes (geb. datum 16 mei 1919), een dochter van de oudste zoon, Isaäc Mouwes. Hem wordt gevraagd een bedrag van fl. 0,75 per week bij te dragen. Hij krijgt het verzoek om per ommegaande te melden of hij bereid is tot deze bijdrage en hoe hij dit wenst te voldoen.
De reactie van de kleinzoon
In de brief van 27 november 1941 schrijft Abraham Jacob, dat hoewel hij de heer D. Mouwes niet kent, bereid is aan zijn wettige verplichting te voldoen. Hij begrijpt echter niet waarom hij hiervoor wordt verplicht en niet de kinderen. Volgens hem zijn er verschillende kinderen die zouden kunnen bijdragen. In de brief vraagt hij verder om het gironummer van Sociale Zaken (de nieuwe naam van het Bureau). Hij zal een automatische overschrijving regelen van fl. 3,00 per maand.
Zijn bijdrage is overigens van korte duur. Hij wordt ontslagen bij de firma Adelaar in Deventer. Hij was daar bedrijfsleider Tricotages met een inkomen van fl. 38,50 per week. Jacobs wordt ontslagen op verordening van de Rijkscommissaris (begin 1942) en naar huis gezonden met het salaris tot eind februari 1942. In het dossier de verklaring van ‘Der Verwaltungstreuhänder’, namens de N.V.Goederenhandel voorheen M. Adelaar. Een ‘Verwalter’ is een zaakwaarnemer die de leiding van ondernemingen Joodse eigenaren overnam. Meer weten over de Joodse achtergrond van De Adelaar en hun verplichte verhuizing naar de Transvaalbuurt. Ga naar: Familie Rudolf Adelaar
Abraham geeft op 14 februari 1942 te kennen voorlopig niet meer te kunnen bijdragen, wel hoopt hij spoedig weer in staat te zijn tot ondersteuning. Zijn laatste bijdrage zal nog voor het eind van de maand worden overgemaakt.
Hoewel er nog regelmatig afwijzingen volgen op verzoeken om steun bij het Bureau door David Mouwes is het na enige tijd toch wel duidelijk dat steun noodzakelijk is. Het steunbedrag is aanvankelijk fl.7,75 per week. Tot aan de laatste uitkering is er sprake van een ‘zeer matige’, ‘onveranderde’ situatie. Het laatste uitkeringsbedrag dat wordt genoemd is fl.9,00.
Tot slot deze opmerking in het dossier: D. Mouwes, Spitskopstraat 2 n.D. l.u. 15.4. Wat zoveel wil zeggen dat David Mouwes naar Duitsland is vertrokken en dat zijn laatste uitkering op 14 april is uitgekeerd. Deze ‘mededeling’ is overigens getypt op een heel klein doorslagpapiertje dat in het dossier zit geplakt. Op 27 augustus 1943 wordt hij in Auschwitz vermoord. Zijn vrouw Sara op 21 mei 1943 in Sobibor.