Frits Slicht
Het mogelijk eerste woonadres van David en zijn jonge gezin was Rapenburgerstraat 69 om vervolgens in november 1912 naar de Tweede Jan Steenstraat 77 I en een jaar later naar de Vrolikstraat 81 huis te verhuizen. In 1917 verhuist het gezin naar de Reitzstraat 23 I in de Transvaalbuurt. Daarna volgen nog de Smitstraat 16, de Vrolikstraat 325, vervolgens opnieuw de Smitstraat op nummer 16. Op het adres Smitstraat 16 zat toen de schoenmakerij van Hartog Dikker (volgens diens eigen gezinskaart was hij drogist). Uit de woningkaart van nummer 16 huis valt op te maken dat hij en zijn vrouw er meerdere keren hebben ingewoond (net als vele anderen overigens). Op de woningkaart werd aangetekend dat hij een neef was van de hoofdbewoner. Opvallend is dat op de gezinskaart tot vier keer aan toe hetzelfde adres wordt genoemd, Hofmeyerstraat nummer 16 II. Uiteindelijk wordt dan het laatste adres de Spitskopstraat 2 huis genoemd, dat was in 1939. Woningkaart van Smitstraat 16 huis, bron: Indexen SAA 
Het dossier van David Mouwes meldt dat hij na 1927 onder andere in de Reitzstraat 23 I (met een huur van fl.7,35 per week) en in de Hofmeyrstraat 16 II (huur van fl.30,50 per maand) gewoond. Op 2 mei 1939, volgens de woningkaart en de archiefkaart, verhuist David Mouwes en zijn vrouw Sara naar de Spitskopstraat 12 huis. De reden om te verhuizen is de huur van de voorgaande woningen. In het dossier wordt hem namelijk dringend geadviseerd om goedkoper te gaan wonen. In april 1939 zien we voor het eerst het huurbedrag van fl.3,40 verschijnen, een bedrag dat overeenkomt met de huren van de Spitskopstraat. Maar dat is dan weer niet in overeenstemming met wat de indexen mij vertellen.
Vanaf het failliet gaan van de winkel (1927) in de Vrolikstraat zijn er onregelmatige verzoeken om steun. Bij het Bureau is men niet geheel en al overtuigd van de noodzaak tot steun. Men heeft de indruk dat de inlichtingen die men krijgt van David Mouwes niet altijd volledig zijn. Zo zou hij in 1927 ‘verzuimd’ hebben om door te geven dat er een inwonende was. Al deze mitsen en mogelijke maren maken het niet gemakkelijker. Reden genoeg om David’s financiën goed tegen het licht te houden. Zo wordt bijvoorbeeld het verzoek om steun in december 1931 nauwkeurig tegen het licht gehouden. Er wordt gevraagd om een opgave van inkomsten. Ook de uitgaven worden tegen het licht gehouden.