Op 13 juni 1911 wordt het negende kind van Joseph en Roosje Kool geboren. IN 1930 wordt hij nog gekeurd voorde militie. Net als eerder doet hij een beroep op de broederdienst van zijn broer Abraham. Daarom ontbreken ook verdere gegevens. In tegenstelling tot zijn oudere broers die hetzelfde deden, wordt hij direct vrijgesteld vanwege deze broederdienst. Het gaat om Izak die werkzaam was als winkelbediende.
Izak volgde zes jaar lager onderwijs op twee verschillende scholen, eerst in de Jodenbuurt en vervolgens in Amsterdam-Oost. Daarna werd hij bediende in een kruidenierswinkel en later slagersknecht bij de kosjere winkel van Blitz in de Beethovenstraat 60. Zijn oudere broers en zus verlieten de een na de ander het ouderlijk huis en vanaf 1930 woonde Izak alleen nog met broer Barend en zus Frederika bij zijn ouders. In het Steundossier van zijn vader staat dat Izak in deze periode de kostwinner was. Zijn broer Barend verliet in juli 1940 het ouderlijk huis. Izak bleef als vrijgezel thuis wonen.
Op zaterdag 22 februari 1941 was Izak niet in Amsterdam-Oost, maar in de oude Jodenbuurt of vlak daarbij. Hij werd opgepakt en diezelfde middag samen met honderden andere Joodse jonge mannen in open vrachtwagens naar kamp Schoorl overgebracht. Het is niet ondenkbaar dat hij samen met zijn buurjongen Simon Dresden op stap was. Ook mogelijk is dat zij met hun drieën waren. Samuel Waterman een volle neef van Izak werd namelijk gelijk met Izak en Simon opgepakt. Alle drie waren rond de 20 – 21 jaar oud. Samuel woonde tot 5 februari 1940 in de Vaalrivierstraat (in de Transvaalbuurt en op loopafstand van de Spitskopstraat.
Na de razzia
Slagerij Blitz betaalde Izaks loon nog een week door, daarna kwam zijn 68-jarige vader Joseph in de financiële problemen. Izak werd na zes dagen in kamp Schoorl op 27 februari naar Buchenwald gedeporteerd en van daaruit op 22 mei 1941 naar Mauthausen. In dat kamp kwam hij, 30 jaar oud, op 24 augustus 1941 om het leven. Honger, uitputting en wrede behandelingen werden hem fataal. In de kampregisters staan achter zijn naam twee gefingeerde doodsoorzaken aangegeven: ‘graviditas tubaris’ (een vrouwenziekte) en ‘algemene sepsis’.
Hij werd vermoord op 24 augustus 1941 in Mauthausen. Het is mogelijk dat Izak opgepakt werd bij een van eerste razzia’s in Amsterdam. De eerste razzia was op 22 en 23 februari 1941, de tweede was op 11 juni 1941. Bij dit verhaal de nodige kaarten uit ‘het systeem’. Opvallend is dat de naam van Izak op verschillende manieren wordt gespeld.
BELANGRIJK
Bovenstaand verhaal was alleen mogelijk dankzij het onderzoekswerk van Wally de Lange. Zij schreef het boek: De razzia's van 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam. Daarnaast schreef zij de biografieën voor het Stadsarchief Amsterdam.