Over de loopbaan van Salomon Turfreijer
Na zijn ontslag uit de militaire dienst gaat Salomon, gezien de gegevens die ik aflees uit zijn bewaarde kaarten, niet direct aan de slag als diamantsnijder. In de gezinskaart meen ik zelfs te lezen dat hij enige tijd bij het Spoor heeft gewerkt. Lid van de ANDB wordt hij in februari 1917, maar in hetzelfde jaar bedankt hij vanwege ‘ander werk’. Daarna is het een heen en weer tussen wel en geen lid. Hij is zelfs even ‘geschrapt als lid’, vanwege een schuld (meestal vanwege het niet betalen van de contributie). In het jaar 1920 is hij samen met zijn vrouw Jansje naar Antwerpen. Antwerpen was na of naast Amsterdam de plek waar je als diamantwerker goed je brood kon verdienen. Onbekend was Antwerpen niet voor Salomon. Hij is met zijn ouders en de andere kinderen uit dit gezin al in Antwerpen geweest. Zijn vader, Hijman Turfreijer, was briljantsnijder. Op 24 december 1911 kwamen zij vanuit Antwerpen naar de Watergraafsmeer en gingen wonen aan de Ringlaan 21 I. Twee jaar later verhuisde het gezin naar Amsterdam, naar een voor mij onleesbaar adres (gezinskaart: Hijman Turfreijer). Hoe dan ook, hij heef gewerkt als diamantsnijder tot in ieder geval mei 1937.
De laatst genoemde werkgever was L. Cronenberg (waarschijnlijk gaat het om Louis Croonenberg) en de werkplaats was Bottenheim (aan de Nieuwe Lijnbaansgracht 33).
Wonen
Jansje en Salomon zijn enkele keren verhuisd. Aanvankelijk woonden zij dus in de Blasiusstraat om vervolgens te verhuizen naar de Uilenburgerstraat 29 (in feite terug naar de ouders van Jansje). Daarna volgende de Transvaalstraat, de Uilenburgerstraat om in 1928 naar de Magersfonteinstraat 7 hs te verhuizen en drie jaar later naar nummer 9 II in dezelfde straat. Daarmee woonden zij op loopafstand van de ouders van Jansje. In 1940 woonde voor korte tijd ook de broer van Salomon bij hen in. Dat was Louis Turfreijer die de oorlog zou overleven. Jansje en Salomon werden beiden in Sobibor vermoord, op 16 april 1943.
De twee kinderen van Jansje en Salomon
Salomon en Jansje kregen samen twee kinderen: Hijman (geboren op 13 juli 1922) en Rosina (of Roosje, geboren op 18 december 1920). Hijman was werkzaam als leerling-kleermaker, zijn zuster werkte (volgens informatie van het Joods Monument) bij de lingerie- en confectiefabriek SIDVA (Simon de Vries Ateliers) in Amsterdam. In 1941 wordt haar werkgever verzocht een inzage te geven in haar inkomsten. Dit in verband met de onderhoudsplicht. Onduidelijk voor wie zij zou moeten bijdragen. Haar grootouders hadden het financieel moeilijk, haar eigen ouders konden hen niet steunen. Of ondersteuning (onderhoud) ook een generatie kon overslaan weet ik niet. Maar misschien werd zij geacht haar ouders bij te staan, in september 1941 was zij nog thuiswonend.
Rosina zou trouwen met Abraham de Valença (geboren op 9 september 1918) op 22 juli 1942. Zij stond ingeschreven op het adres van zijn ouders, Transvaalstraat 140 huis. Volgens de gegevens op zijn kaart van de Joodsche Raad was Abraham actief als jeugdleider.
Op 10 februari 1945 werd Abraham in Duitsland vermoord (onbekend waar in Duitsland). Rosina werd op 19 september 1944 vermoord. Op de kaart van de Joodse Raad van Rosina staat: volgens verklaring van E. Valença gestorven “aan typhus in Birkenau”. Mogelijk gaat het om haar schoonmoeder Esther die de oorlog zou overleven. Van Hijman is in ieder geval nog bekend dat hij in een Joods Werkkamp heeft gezeten, maar niet ik welke kamp. Op 16 april 1943 werd hij in Sobibor vermoord.