Aaltje, de tweede dochter, is geboren op 20 april 1895 en trouwt met Tobias de Paauw (geboren op 5 april 1896) in Zaandam op 8 december 1920. Volgens de archiefkaarten werken beide in de zuivelsector. Aaltje is winkelierster in zuivelproducten, Tobias is ‘zetwinkelier’ in boter en kaas. Zij wonen in de Lepelstraat, 70 huis.
Het gezin krijgt vier kinderen: Samuel, geboren op 17 mei 1921, werkzaam als kantoorbediende; Jacob, geboren op 3 augustus 1922, werkzaam als winkelier in zuivelproducten; Keetje, geboren op 20 januari 1924, werkzaam als kapster en Johanna, geboren op 18 augustus 1928, zij zat nog op school. Van de vier kinderen heeft Johanna de oorlog overleefd. Samuel wordt op 31 mei 1944 in Auschwitz vermoord: Jacob wordt op 9 juli 1943 in Sobibor vermoord: Keetje wordt op 30 november 1943 in Auschwitz vermoord. Hun moeder, Aaltje, wordt op 4 juni 1943 in Sobibor vermoord.
Politie
De geschiedenis van Tobias is wel heel anders verlopen. Hij komt namelijk in aanraking met de politie en wel op zaterdag 24 januari 1942. In het meldingsrapport van die dag, om negen uur ’s morgens, staat het volgende verhaal: “brengen de ap’s Kuiper en de Jong vanaf de Lepelstraat 70 Tobias de Paauw, geboren Amsterdam, 5-4-1896, winkelier (melkzaak) alwaar onder verdachte omstandigheden in strijd met de distributie werd aangetroffen: 8 doozen vet, een zak vet (warm) 3 doozen rauw vet, 3 zakken aardappelen, 2 zak groen erwten, 1 zak koeienafval, o.a. de kop van een koe, een zak rijst, 2 doozen busgroenten, 2 doos witte boonen, 2 doos gecondenseerde melk, 45 blikjes gecondenseerde melk, 2 Philips radiotoestellen. De goederen, welke aan bederf onderhevig zijn, zullen worden overgebracht naar het abattoir. De Paauw voornoemd, blijft voorloopig ter beschikking van de heer Commissaris in de 4e sectie, in bewaring.” (ap = agent van politie)
Bron: politierapporten ‘40-’45, indexen SAA.
Op dezelfde dag wordt om drie uur in de middag het bevel tot ‘in verzekeringstelling’ uitgereikt. Wat er daarna met Tobias is gebeurd is mij niet duidelijk. Is hij overgebracht naar een gevangenis of is hij misschien aan de Duitsers overgedragen?
Wat volgde was Mauthausen
De redactie van het Joodsmonument heeft aanvullende informatie over Tobias en zijn gezin: “Hun huis was een onderduikadres voor enkele belangrijke medewerkers van het illegale blad Het Parool, onder meer voor Jacob Melkman. Verder waren er radiotoestellen in het huis verborgen. Tobias de Paauw is op 16 januari 1942 in Amsterdam gepakt en opgesloten in de gevangenis in de Nieuwe Doelenstraat. Vandaar is hij naar Mauthausen op transport gesteld. NIOD, Erelijst Verzet en Koopvaardij, database vervaardigd door J.W. de Leeuw
Volgens een lijst met winkels van joodse eigenaren, opgesteld door de Amsterdamse politie in 1940, had dit gezin een boter- en kaashandel, adres: Lepelstraat 70 te Amsterdam. Gegevens afkomstig uit het politiearchief berustend bij het Stadsarchief Amsterdam.
Tobias gaat inderdaad naar Mauthausen en komt daar op 4 juli 1942 aan. Volgens de gegevens zou hij 6 dagen later zelfmoord plegen (“Freitod durch Elektro-Zaun’). Maar dat was men de achterblijvende familie wilde laten weten. Bij deze een aantal bewaard gebleven documenten.