Marcus, de oudste zoon, is geboren op 12 juni 1921. Hij heeft geleerd voor kleermaker, maar is volgens zijn archiefkaart ‘koopman in goud en zilver’. Op een bepaald moment in 1942 wordt hij gearresteerd, de reden is onbekend. Gevolg is wel dat hij in hechtenis wordt genomen en uiteindelijk op een lijst komt te staan van Konzentrationslager Auschwitz Abteilung II (gedateerd op 17 juli 1942, bron: Arolsen Archives). Hij en de andere mannen op de lijst zijn “eingeliefert vom RSHA”. RSHA staat voor Reichssicherheitshauptamt .
Marcus was al eerder in aanraking gekomen met de politie, overigens betrof het een aangifte van diefstal op 27 februari 1942. Wat was er gebeurd: Marcus Aardewerk, geboren te Amsterdam, 12 Juni 1921, van beroep koopman in goud en zilver, wonende Spitskopstraat 7 III te Amsterdam-Oost, doet aangifte van diefstal van zijn donkerbruine actetasch (papier maché), inhoudende een groote koperen weegschaal met gewichten, yzeren tang, een doosje zuurtjes en zijn register, afgegeven 6-3-41 en afgeteekend aan het Bur. Linnaeusstraat, alhier, totaal waarde f. 70,--, gepleegd op 26-2-42, tusschen 14.30 en 15.30 uur, vanachter de toonbank van Café Rotterdam, Weesperplein No. 6, alhier. Geen vermoeden.” Bron: Politierapporten '40-'45, archiefnummer 5225, inventarisnummer 6085, rapportnummer 58. Wijkbureau J.D. Meyerplein. NB Café Rotterdam zat overigens op nr. 16 en niet op 6.
En dan te bedenken dat zijn buurjongen Abraham Jas was gearresteerd op of rond 15 januari 1942 samen met vele andere handelaren in goud en zilver. Hoewel niet met zekerheid is vast te stellen, zou het zo maar kunnen dat hij door de diefstal te melden Marcus alsnog is opgepakt vanwege zijn handel in goud en zilver.
Op de kaart van de Joodse Raad staat met rood potlood geschreven dat hij op 16 juli 1942 op transport zou zijn gegaan. Ook zijn ‘Häftlingnummer’ is opgeschreven: 47878. Marcus wordt op 30 oktober 1942 in Auschwitz vermoord.
Mozes, geboren op 24 juli 1923, is meubelmaker. Hij wordt op vrijdag 3 juli 1942 opgepakt door een onderofficier van de S.D. (de Sicherheits Dienst) en op last van deze onderofficier vanaf het Waterlooplein naar het bureau van de S.D. overgebracht. Reden voor de aanhouding lijkt te zijn dat hij zich na 20 uur ‘op den openbaren weg bevond’. Vanwege deze ‘overtreding’, wordt hij overgebracht naar het Concentratiekamp Amersfoort. Lang is hij daar niet, want een maand later, op 17 augustus 1942 wordt hij afgevoerd naar Mauthausen. Hij komt daar te ‘overlijden’, op 30 oktober 1942.
Joël en Barend zijn de twee jongste kinderen. Joël is geboren op 22 augustus 1929, Barend op 24 februari 1934. Mogelijk waren beiden schoolgaand. Joël en Barend worden, samen met de ouders op 10 september 1942 in Auschwitz vermoord.
Beide jongens hadden de aantekening ‘Pappenheim’, waar dat naar verwijst? Er was wel een bekende tabakshandelaar Ludwig Pappenheim. Gezien de achtergrond van hun vader, sigarenmaker, zou het om deze tabakshandelaar kunnen gaan. Maar om in de leer te gaan lijkt mij voor Barend wel erg aan de jonge kant.
NAAR: Spitskopstraat 7 III – Het gezin Aardewerk (1)