Op 19 oktober 1891 wordt de tweede dochter van Isaac en Elisabeth geboren: Leentje Koopman. Zij trouwt op 2 november 1911 met Manus Plotske (geboren op 5 september 1890). Volgens de archiefkaart van Manus was hij ‘koopman in ongeregelde goederen’. Toen hij werd gekeurd voor de militie had hij aangegeven werkzaam te zijn als venter. Hij was 1 meter en 643 mm groot. Hoewel hij lichamelijke gebreken zou hebben, wordt hij, zo lijkt het, toch goedgekeurd. Na bezwaar te hebben aangetekend, wordt hij alsnog afgewezen.
Uit enkele politieberichten (over inbraken) en uit het adresboek blijkt dat de broers en andere familieleden samen meerdere winkels hadden, allen hadden te maken met de handel in manufacturen. Broers die een winkel hadden waren onder andere, Ben(edictus) Plotske, Salomon Plotske en ook Nathan Plotske. Ten tijde van deze inbraken woonde het gezin Van Manus Plotske aan de Zuider Amstellaan, 83 huis.
Dat niet iedereen positief was over de familie Plotske en haar winkels blijkt uit een lang artikel uit het antisemitische krantje De Misthoorn (dd. 22-11-1941). Persoonlijk is het mij te vuig en te fout om er uit te citeren. Maar voor een ieder die wil weten hoe fout, ga dan naar DEZE LINK.
Voor een tegengeluid kan je ook naar andere advertenties en of kleine artikelen zoeken. Zo is het duidelijk dat de familie Plotske een enkele keer betrokken zijn bij inzamelingen voor minder bedeelden en / of mensen die anderszins in de problemen zijn gekomen. Manus Plotske bijvoorbeeld was ook nog eens bestuurslid, 2e penningmeester, van de Rabbijn de Hond – Stichting. In de jaren 1941 en 1942 zijn ze enkele keren het slachtoffer van een inbraak. In 1941 gaat het om een inbraak in hun winkel aan de eerste van Swindenstraat 109 – 113.
Op 14 mei 1942 krijgen de broers opnieuw te maken met een inbraak. Deze keer In een andere winkel. Uit dit politiebericht en uit het adresboek blijkt dat de broers en andere familieleden meerdere winkels hadden, allen hadden te maken met de handel in manufacturen. Deze keer gaat het om het pand aan de Keizersgracht 709.
Op het politiebureau komt om ongeveer 05.30 in de ochtend een ‘tip’ binnen. Er zouden zich verdachte personen ophouden bij een perceel gelegen op de hoek van de Utrechtsestraat en de Keizersgracht. Twee agenten van politie stellen een onderzoek in. Nadat zij een ijzeren luik, welke toegang had tot de kelder, hadden opgetild zagen zij dat de kelderdeur was geforceerd. Bij de kelderdeur werd een breekijzer aangetroffen. Zij hebben de eigenaren van het pand in kennis gesteld. Deze kwamen terstond en constateerden dat er waarschijnlijk enkele paren sokken waren ontvreemd. De firmanten gaven aan te zijn: Nathan Plotske, woonachtig Sarphatipark 100 huis en Manus Plotske woonachtig Zuider Amstellaan 83 huis. Nabij het genoemde perceel stond een vrachtauto (ledig), waarvan de papieren in beslag zijn genomen en op het bureau gedeponeerd. Vermoedelijk was de vrachtauto bestemd om goederen te vervoeren uit ‘het voormelde perceel’. Bij het openen van de kelderluiken is een van de agenten door een ijzeren stang naar beneden gevallen waardoor hij zijn pols bezeerde. Bovenbedoeld breekijzer wordt ook op het bureau van politie gedeponeerd. De wagen is voorlopig onder politietoezicht gesteld, voor nader onderzoek.
NAAR: Spitskopstraat 7hs – Het gezin Koopman – Grootkerk (1)
OF NAAR: Spitskopstraat 7hs – Het gezin Koopman – Grootkerk (6