Het rapport van april 1923 geeft aan dat het gezin vanaf juni 1922 ‘dezerzijds’ wordt ondersteund. Dit heeft onder andere te maken met de ziekte van Mozes. Hij heeft TBC en wacht vanaf augustus 1922 op opname in een sanatorium. Volgens de ambtenaar, genoteerd op 7 februari 1923, kan hij echter spoedig opgenomen worden. Hij was in eerste instantie onder behandeling van dokter Veldhof (de waarnemer van Dokter Legger). Zijn behandeling wordt overgenomen door de TBC vereniging.
Omdat het Mozes aan voldoende kleding ontbreekt, is het volgens dezelfde ambtenaar gewenst dat hem wordt verstrekt: 1 flanel, 1 hemd, 1 borstrok, 1 overhemd en 1 paar kousen. Dit advies wordt overgenomen en er wordt fl.12,- verstrekt voor kleding, ook de ‘geldbedeling’ wordt voortgezet. Om tot dit bedrag te komen wordt gekeken naar de financiële situatie van de familie. Van Kaatje wordt niet verwacht dat zij gaat werken, haar corpulentie maar vooral ook de omvang van het gezin maakt dat zij niet kan werken.
De ouders van Kaatje kunnen niet steunen, zij zitten zelf in de H.Z.A.. De vader van Mozes heeft een ‘Water & Vuur affaire’ en verdient ongeveer fl.10,- per week (uit het rapport blijkt dat hij kort nadien komt te overlijden). Daarnaast heeft men voor fl.22,- aan kleding en sieraden bij de Bank van Lening uitstaan. Vanaf juni 1922 ontvangt men fl.15,- per week om in december van hetzelfde jaar te worden verlaagd tot fl.12,50 per week. De verlaging hangt mogelijk samen met de verdiensten van Louis, de oudste zoon.
Op 30 maart 1923 wordt Mozes opgenomen in het sanatorium Hoog Laren. Hij wordt opgenomen voor rekening van de Raad van Arbeid. Bij opname wordt hij van ‘een en ander’ voorzien, waaronder een kostuum.
Naast de geldbedeling via de H.Z.A. ontvangt het gezin Sarlui ook steun van het Nederlands Israëlitsiche (N.I.) Armbestuur. Per week wordt een bedrag van fl.2,- verstrekt. In september 1923 wordt de situatie van het gezin Sarlui opnieuw bekeken. Mozes is dan net uit het sanatorium ontslagen en weer thuis. Het gezinsinkomen bedraagt dan fl.28,50. Louis verdient inmiddels al fl.25,-. Adriana is werkzaam als leerling naaister bij De Bijenkorf en verdient daar fl.1,50 mee. Het steunbedrag van fl.2,- van het N.I. Armbestuur blijft gehandhaafd. De geldbedeling wordt verlaagd tot fl.7,- per week.
Terug naar: Het gezin Sarlui (1)
Of naar: Het gezin Sarlui (4)