Over het gezinsinkomen en het meetellen daarvan
Het verzoek om handelsgeld zal Raphael in april 1936 nog een keer herhalen, beide keren wordt zijn verzoek afgewezen. Het Bureau is van mening dat het gezinsinkomen voor het grootste deel van het jaar meer dan voldoende is om van rond te komen. Er wordt daarbij bijvoorbeeld verwezen naar de beide dochters, beide zijn werkzaam als naaisters. Hanna, de oudste, verdient fl. 12,50 per week. Judith, de jongste, zit nog in een leerfase en verdient fl. 2,- per week.
In augustus van hetzelfde jaar is het inkomen van Judith gestegen naar fl. 6,38. De inkomens van de beide dochters wordt voor ⅔ steun berekend. De zoon Ephraïm, venter van beroep, is dan al het huis uit en woont in de Lepelstraat 58². Het dossier vermeldt niet dat hij wordt verzocht bij te dragen aan het gezin van zijn vader. Weliswaar was Ephraïm getrouwd, maar dat zou geen beletsel zijn in die tijd. Ephraïm trouwde op 15 augustus 1935 met Debora Fransman (geboren op 28 augustus 1914). Van beroep was hij slachter (althans toen hij gekeurd werd voor de militie). Later werd hij venter, er zijn twee marktkaarten van hem. Op de marktkaarten staat aangegeven dat hij door de hele stad mocht venten. Hij handelde de ene keer in manufacturen, later ook met aardappelen, groente en fruit.
Vanaf 28 februari 1936 woont hij voor een korte periode in de Lepelstraat 58 II, inwonend bij de ouders van Debora (volgens zijn gezinskaart), in juli 1936 is hij naar Den Haag verhuisd. De ouders van Debora waren Benjamin Fransman en Roosje Aandagt. Oorspronkelijk was Benjamin Fransman werkzaam als diamantslijper (en lid van de Diamantbewerkersbond ANDB), later werd ook hij venter en ook in manufacturen. Ook zij zouden verhuizen naar Den Haag. Dat Ephraïm en zijn vrouw zijn verhuisd naar Den Haag zou een reden kunnen zijn om hem niet om een bijdrage te vragen, maar zeker is dat niet.
Tot slot
Vanaf 1936 zal Raphael nog regelmatig een verzoek indienen om handelsgeld. Zijn verzoeken worden regelmatig toegekend. Onder andere door de regelmatig terugkerende ziekte van Raphael en de teruglopende inkomsten van de dochters. De laatste mededeling dateert van 28 mei, het betreft een afwijzing voor handelsgeld. De beide dochters verdienen op dat moment voldoende. Daarna zijn er geen berichten meer.
Oorlogsjaren
Raphael met vrouw en kinderen komen in eerste instantie in Vught aan en wel op 7 mei 1943. Op de 23ste van dezelfde maand nog gaan ze naar Westerbork. Voor Kamp Vugt is een familiekaart aangemaakt waarop de namen van Raphael, zijn vrouw en de twee dochters. Na aankomst in Westerbork zijn er de kaarten van Raphael en de twee dochters, maar van Esther is geen kaart terug te vinden. Mogelijk is er en vreemde fout gemaakt, maar op de kaart van Raphael staat niet de naam van zijn vrouw Esther, maar de naam van een andere vrouw. Mogelijk dat er Rachel staat, maar zeker weten doe ik dat niet. Opvallend genoeg klopt de geboortedatum dan weer wel.
Raphael en Esther de Goede worden op 28 mei 1943 in Sobibor vermoord. De dochters Hanna en Judith worden op 11 juni 1943 in Sobibor vermoord.
Hoe verging het Ephraïm?
Dan is er ook nog de zoon Ephraïm en zijn vrouw Debora. Zij overleven de oorlog, maar het verhaal daarachter is mij niet bekend. Na hun verhuizing naar Den Haag wordt op 3 september 1937 hun dochter Esther geboren. Hun adres in Den Haag was Spaarnestraat 66. (bron: Haags Gemeentearchief).
Volgens de website van Max van Dam zou er ook een zoon Raphael zijn geboren, maar als dat al zo is, dan is deze niet in het Haags Gemeentearchief ingeschreven.
NAAR: Spitskopstraat 3 I, het gezin van De Goede (1)