De werkverschaffing
In augustus 1940 is er een onderzoek of Gerrit Worms in verband met de mogelijkheid van werkverschaffing. Hij zou te werk gesteld moeten worden in de Werkverschaffing Veenendaal.
De Heidemij (Maatschappij) had hier een project. In de werkverschaffing werden een aantal percelen rond Veenendaal bewerkt, gespit, en met stadsafval uit Apeldoorn bemest. Daarna werden de percelen beplant met diverse boomsoorten. Verder werd er gewerkt aan het Valleikanaal dat in het kader van de werkverschaffing werd aangelegd.
Gerrit Worms stond, zo blijkt uit het dossier, niet afwijzend tegen de werkverschaffing. Hij wilde echter wel in de buurt van Amsterdam werken. Dit zou te maken hebben met de toestand van zijn vrouw en dochter. Wat er precies speelt wordt niet duidelijk. De ambtenaar schrijft: “Wat als de werktijden van man en vrouw beide van 8 tot 5 zijn, wat maakt het dan uit”. Het voordeel van in de buurt werken is dat Gerrit ’s avonds thuis kan zijn. Of een en ander te maken zou kunnen hebben met de gezondheidstoestand van zijn dochter Sara die dan 14 jaar is, is niet bekend. Om in de werkverschaffing Veenendaal te kunnen werken krijgt hij van Het Bureau een paar vetleren schoenen en ƒ4,50 om een werkbroek aan te schaffen. Lang heeft het allemaal niet geduurd, op 12 december 1940 wordt hij ontslagen uit de werkverschaffing. Volgens het dossier moet hij wel worden ontslagen aangezien de verdiensten van zijn vrouw te hoog zijn. Volgens een schrijven van 12 december 1940: “….valt hij daardoor niet meer in de termen geldend voor het in aanmerking komen voor verdere steunverlening”, aldus de Directeur van het Gemeentelijk Bureau voor Maatschappelijke Steun. Opmerkelijk is dan het aanbod van Gerrit Worms, hij toont zich bereid om zijn werkschoenen terug te betalen! Daarmee eindigt dit dossier.
Tot slot
Volgens de gegevens van het Gemeentearchief overlijdt de schoonmoeder van Gerrit Worms op 27 maart 1941 (in Amsterdam). Gerrit Worms, zijn vrouw Rachel Worms-Boas worden gedeporteerd naar Auschwitz en daar vermoord in 1943. Dochter Sara komt terecht in Kamp Vught (op 16 april 1943). Zij gaat op transport met het beruchte kindertransport op 7 juni 1943. Via Westerbork wordt zij op 11 juni in Sobibor vermoord.
De inwonende zuster Sara Boas heeft meerdere beroepen gehad, zo was zij onder andere lampenkapnaaister, naaister, verkoopster in een krantenkiosk en machinaal stikster. Zij is op 22 juni 1940 opnieuw voor korte tijd vertrokken uit het huis van Gerrit Worms, zij is gaan wonen in de Retiefstraat 44² (volgens de archiefkaart van het GAA, inwonend bij de familie Meijer Sijs). Op 28 oktober 1940 keert zij weer terug.
Op 14 juli 1942 trouwt zij met Nathan de Bruin, hij is afkomstig uit Arnhem en mogelijk vanwege dit feit niet opgenomen in het bevolkingsregister van Amsterdam. Volgens de website van Joodsmonument.nl is er sprake van maar één Nathan de Bruin, koopman, geboren op 30 september 1899 in Arnhem. Hij wordt vermoord op 29 januari 1943 (toevoeging: Extern kommando Ludwigsdorf).
Sara de Bruin-Boas wordt op 11 december 1942 vermoord in Auschwitz.