Na de oprichting in 1912 gaat het verrassend snel. Er wordt een enquête gehouden onder bewoners van Uilenburg, op verzoek van Tellegen. Van de 390 gezinnen die worden benaderd, blijken er 221 (1240 personen) bereid om te verhuizen. Dat is belangrijk omdat er sprake is van herhuisvesting in verband met een mogelijke afbraak van woningen. Bij velen leeft de gedachte dat er weinig animo is om te verhuizen, verknocht als men zou zijn aan de oude buurt. Dat blijkt dus mee te vallen. Het Bouwfonds zal betrokken blijven bij de sanering en ontwikkeling van de Uilenburgerstraat en omgeving. Na de bouw van de woningen op Uilenburg kreeg het Bouwfonds het beheer over de nieuwbouwwoningen. Het ging om 71 woningen, 1 woning + winkel, 21 werk- en bergplaatsen en 21 karloodsen! (bron: jaarverslag 1928)
In maart 1914 krijgt het Bouwfonds een terrein in Amsterdam Oost, de Transvaalbuurt, aangeboden. Dit wordt geaccepteerd door het bestuur. Uiteindelijk worden in de Transvaalbuurt 647 woningen, 18 winkelwoningen, 6 dagwinkels en 2 werk- of bergplaatsen gerealiseerd.
Hoe het Bouwfonds een en ander heeft gefinancierd is niet helemaal duidelijk. Voor het eerste, van de in totaal vijf blokken (tussen Maritzstraat en Spitskopstraat) is aanvankelijk 250.000 gulden begroot. Bekend is wel wat het rijk heeft bijgedragen: voor het eerste blok 478.135 gulden. In totaal heeft het bouwfonds voor bouwkosten ruim vier miljoen gulden van het rijk ontvangen.” (Het Bron: Het Volk, 10-02-1932)
Op 26 juli 1917 vindt de eerste steenlegging plaats (in de Maritzstraat). Er wordt ook een gedenksteen voor Burgemeester Tellegen onthuld, vooral vanwege zijn adviserende en stimulerende rol bij het ontstaan van het Bouwfonds.
Op de foto van deze bijeenkomst staat ook de architect: de heer J.H.W. Leliman. Hij is hier nog aanwezig, de oplevering van het hele project zal hij helaas niet meer meemaken, hij komt te overlijden in 1921 (42 jaar oud). Lees meer over hem in een apart hoofdstuk van deze geschiedenis.
In 1919 worden de eerste woningen opgeleverd en in gebruik genomen door 70 gezinnen afkomstig uit Uilenburg. Al voor de eerste bewoners hun woningen betrokken, is het duidelijk dat de bewoners ondersteuning nodig hebben. Deze Oud-Uilenburgers komen vanuit een totaal andere woon- en leefomgeving. Voor het eerst hebben zij een eigen woning met een eigen toilet. Er komen, net als bij de Algemene Woningbouwvereniging, strenge leefregels waarop streng wordt toegezien.
Achteraf kan je spreken van een groot succes dat helaas niet herhaald kon worden in andere delen van de stad (Bos en Lommer bijvoorbeeld). Bij de Tugelawegblokken mislukte het project met de karrenloodsen, de bouw en exploitatie kostte te veel tijd, bewoners vonden de huren toch aan de hoge kant. Meerdere bewoners hadden inmiddels een andere opslagplek in de Transvaalbuurt gevonden. De ene loods bij de Spitskopstraat werd tijdelijk gebruikt als een soort van buurtloods waar o.a. de SDAP gebruik van maakte ten tijde van de verkiezingen.
De tweede loods, ook dichtbij de Spitskopstraat, werd uiteindelijk verpacht aan een zuurinleggerij, de eerste aan een taxibedrijf “Luchtbrug Taxi” Bron: Karrenloodsen Maurice Ferares