De oprichting
Volgens de statuten van 18 juli 1921 is de Handwerkers Vriendenkring (HWV) opgericht op 22 april 1870. Het initiatief voor deze vereniging dateert echter van een jaar eerder. Het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) meldt op 23 april 1869 dat twee dagen eerder in Amsterdam:”… in het locaal Casino, alhier een allereerste openbare vergadering is geweest van de vereeniging Handwerkers Vriendenkring”. Het doel van de vereniging is: “… werkzaam te zijn in het belang van verbetering van den zedelijken en maatschappelijken toestand der arbeiders te Amsterdam en omstreken.”
Eén naam mag niet vergeten worden, Barend Barend Koch de eerste voorzitter. Van beroep was hij horlogemaker. Hij blijft overigens voorzitter tot aan zijn overlijden op 15 september 1887! In een kort I.M. wordt hij ‘de oprichter’ genoemd.
Een andere persoon die vermeld moet worden is Abraham de Casseres, penningmeester van de HWV in de eerste jaren. Van beroep horlogemaker en ‘Chronometermaker voor de Kon. Ned. Marine’. Medeoprichter! Beiden werden ook gememoreerd in het gedenkschrift dat in 1909 verscheen.
Een neutrale houding
Nadrukkelijk wordt niet over politieke en/of religieuze ideologie of inspiratie geschreven. De HWV wil vanaf het begin neutraal zijn en blijven. Het etiket van “Joods” of “socialistisch”, daar is men niet gelukkig mee. Dit geeft nogal eens problemen in de jaren na de oprichting. Hun activiteiten schuren toch wel erg tegen het socialisme aan en de leden zijn voor het merendeel Joods.
Dat men niet socialistisch wil zijn, blijkt uit het volgende. Eén van de grote voorgangers uit de sociaaldemocratische hoek, Henri Polak, schrijft hierover in het Feestnummer ten gevolge van het zestigjarig bestaan van de HWV, april 1929. De titel van zijn artikel, ‘Een woord van een Niet-Lid’, verwijst naar een poging van Henri Polak om samen met Adolf Samson de Levita lid te worden van de HWV. Zij worden echter ‘gedeballoteerd’. Volgens Henri Polak: “Uit vrees dat ik en andere sociaal-democraten er den boel in rep en roer zouden brengen. Vriendenkring tot propagandaterrein zouden maken en zelfs zouden trachten de verenigingskas te bemachtigen en de gelden aan te wenden voor de verbreiding der Socialistische beginselen.”
Polak heeft het hen nooit nagedragen. Hij complimenteert de HWV juist voor hun streven om de diamantbewerkers ”tot besef van hun toestand en tot organisatie te brengen”.