‘Hoe-op’ was onze begroetingsyell toen we op de Radioweg woonden (vanaf 1932). De roep was afkomstig van Han Dickhout, die met zijn ouders en zus daar ook woonde. Han was op oudere leeftijd tot de ontdekking gekomen dat hij predikant wilde worden. Hij had niet voldoende vooropleiding en moest dus op latere leeftijd nog naar het gymnasium. Toen mijn broer ook naar het Gereformeerd Gymnasium op de Keizersgracht ging, fietsten ze samen naar de stad, tot grote vreugde van mijn moeder die bang was voor ongelukken in het drukke verkeer. Han begeleidde Jaap perfect. Als Han ‘hoe-op’ riep, wist Jaap dat hij de deur uitmoest.
Han was een vrolijk, levenslustig en zeer gewaardeerd mens. Toen we op de Radioweg kwamen wonen, bestond de doorgang in het plantsoen vanaf de Galvanistraat naar de Pascalstraat nog niet. Dat was erg vervelend als je bijvoorbeeld naar de slager in de Pascalstraat moest. Dan moest je een heel stuk omlopen. De buurtbewoners staken de koppen bij elkaar en verzochten de hogere instanties om zo’n doorgang te maken. En warempel: men vond het verzoek redelijk en de doorgang kwam er! De buurtbewoners waren dankbaar en wilden de opening een officieel tintje geven. Han nam meteen de leiding op zich. Op een zaterdagmiddag voltrok zich de plechtigheid. Han had zijn beste pak aangetrokken en stak een mooie speech af. Ook was er muziek.
Han kreeg verkering met de dochter van een graanhandelaar uit de Meer. Omdat ze met haar familie de vakantie aan het strand zou gaan doorbrengen kocht ze een strandpyama: een strandpak met lange broek. Dat was destijds in de mode. Han was het er niet mee eens: volgens hem liet de bijbel zo’n dracht niet toe. Een vrouw in mannenkleren: dat was een grote zonde ! Hij verbood haar het pak aan te trekken!
"Hoe-op", onze begroetingsyell
Een vrouw in mannenkleren: dat was een grote zonde!
2779 keer bekeken