Annexatie van 1921: 100 jaar geleden

Na een zwakke poging van Watergraafsmeer om dan liever met Weesperkarspel verder te gaan bloedde de eigen strijd dood. Het gemeentebestuur achtte zich te zwak om verder zelfstandig de strijd aan te gaan en haakte aan (en hoopte op succes) bij diverse acties van andere gemeenten.

Verteller: Theo Bakker
Auteur: Theo Bakker
Tekening Gerrit Lamberts in 1817 de Middenweg ter hoogte van Frankendael

Tekening Gerrit Lamberts in 1817 de Middenweg ter hoogte van Frankendael

De Watergraafsmeer was dan wel door Amsterdammers drooggelegd en bevolkt, het had niets groot-steeds. Een idyllische plek met vele tientallen (160) buitenhuizen, hofsteden en pleziertuinen waarvan de bewoners de grote stad ontgroeid waren. 

En... dat zo wilden houden!
Verrukkend Meer, dat ieder wenkt
En nodigt om uw hofbanketten
Waarmee g'uw minnaars voedt en drenkt
Zo mild en rijk'lijk voor te zetten.

Zo dichtte Johan van Born over 'de soeticheydt des buyten-levens' en zo (boven) tekende Gerrit Lamberts in 1817 de Middenweg ter hoogte van Frankendael, vanaf de Kruislaan gezien naar de stad. En hoezeer de inwoners gelijk kregen in hun strijd tegen annexatie door Amsterdam, bewees de stad zelf door deze idylle meteen na de annexatie grondig te verwoesten.

Het Rechthuis, Middenweg 4-6 gezien van de (huidige) Linnaeuskade langs de Ringdijk in zuidwestelijke richting. Door Hendrik Keun. 1777. Beeldbank Amsterdam

Het Rechthuis, Middenweg 4-6 gezien van de (huidige) Linnaeuskade langs de Ringdijk in zuidwestelijke richting. Door Hendrik Keun. 1777. Beeldbank Amsterdam

Watergraafsmeer was helemaal niet zo oud als zelfstandige gemeente. Sinds de drooglegging werd ze bestuurd door een dijkgraaf en vijf heemraden. De dijkgraaf was tegelijk schout en zodoende verantwoordelijk voor orde en rust en de financiën. Napoleon maakte daar in 1810 een einde aan en veegde de Meer bij Diemen. Pas in 1817 werd de Meer een zelfstandige gemeente met opnieuw een schout aan het hoofd. Burgemeesters kwamen er pas door de Gemeentewet van 1851. De zetel van het polderbestuur, het Rechthuis aan de Ringdijk (1777; afb), werd stadhuis.

De Wetstraat

De Wetstraat

Eerder schreven we al dat de annexatieplannen van Amsterdam al in 1905 aangezwengeld werden maar weerstand van de betrokken gemeenten hielden die plannen lang tegen. In 1918, na afloop van de Eerste Wereldoorlog, werden de plannen weer nieuw leven ingeblazen. Burgemeester J.W. de Wit verwoorde de afkeer van annexatie als volgt: ‘Wij zijn er eenvoudig tegen, omdat er niets vóór te zeggen is.’ 

Na een zwakke poging van Watergraafsmeer om dan liever met Weesperkarspel verder te gaan bloedde de eigen strijd dood. Het gemeentebestuur achtte zich te zwak om verder zelfstandig de strijd aan te gaan en haakte aan (en hoopte op succes) bij diverse acties van andere gemeenten.

Burgemeester De Wit

Burgemeester De Wit

Voorop liep daarbij een militant Nieuwer-Amstel, wiens burgemeester Arie Colijn tevens lid van de Tweede Kamer was. Deze diende (met medestanders) enkele amendementen in op het wetsvoorstel dat de annexatie mogelijk moest maken. Zijn redenatie was dat Amsterdam helemaal niet gediend was met uitbreiding in zuidelijke richting en dat de betrokken gemeenten prima zelfstandig konden functioneren. Het belangrijkste amendement in die richting werd met 35 tegen 32 stemmen weggestemd, maar veel scheelde het niet. Deze acties werden ondergraven door de wens van de SDAP afd. Watergraafsmeer bij monde van raadslid Johan Ankersmit in die gemeente. Ankersmit toonde zich een fanatiek voorstander van annexatie en stak dat niet onder stoelen of banken. Burgemeester De Wit (foto) zette de SDAP menig keer de voet dwars maar kreeg van dezelfde Ankersmit tijdens de laatste raadszitting in 1920 toch lof toegezwaaid voor zijn beleid.

De laatste daad van de Raad was het verhogen van salarissen van diverse ambtenaren, het verstrekken van gratificaties en het aanvragen van salarisverhoging voor leraren. Bij GS werd gevraagd er voor te zorgen dat er bij de annexatie een hulpsecretarie van Amsterdam in de Meer kwam, zodat er onder de streep toch wat positiefs overbleef.

Begrafenis Watergraafsmeer eind december 1920. . Foto: J.H. Kruizinga - Watergraafsmeer. De geschiedenis van een polder. V.l.n.r. de heren L.Janszen (metselaar), K.van Biljouw (stoker), W.Nieszen (wagenbestuurder), H.Bethlehem (caféhouder) en A.Poen (stoker).

Begrafenis Watergraafsmeer eind december 1920. . Foto: J.H. Kruizinga - Watergraafsmeer. De geschiedenis van een polder. V.l.n.r. de heren L.Janszen (metselaar), K.van Biljouw (stoker), W.Nieszen (wagenbestuurder), H.Bethlehem (caféhouder) en A.Poen (stoker).

Tijdens de laatste raadsvergadering op 31 december 1920 werd het voornemen van mede-raadslid Bethlehem die dag de gemeente Watergraafsmeer officieel ten grave te dragen, bekritiseerd en gevraagd niet door te laten gaan. Daar kwam niets van in; om 11 uur verzamelde zich de stoet voor het café van Bethlehem en werd een baar met een kleine kist onder begeleiding van vier fakkeldragers, aanspreker en trommelaar met rouwfloers bedekte trommel over de Middenweg naar Frankendael en terug naar de Wetbuurt waar op een veldje de kist begraven werd.

Op de foto het verzetten van de grenspaal 01-01-1921

Op de foto het verzetten van de grenspaal 01-01-1921

Op het moment dat de annexatie een feit was, 1 januari 1921, legde de vm. gemeente Watergraafsmeer een wensenpakket bij Amsterdam neer. Dat hield in: een snelle aansluiting van de Meer op het elektriciteitsnet van Amsterdam, doortrekking van tramlijn 5 naar een nader te bespreken punt in de Meer, een betere verbinding van de Wetbuurt met de Middenweg en de Weesperzijde door verbreding en verbetering van bestaande straten en tot slot het opknappen van de Schagerlaan en Pauwenlaan (die de ex-gemeente zelf had laten verloederen). Behalve de verbindingsweg naar de Wetbuurt zijn successievelijk alle eisen vervuld. Maar er gebeurde veel meer waar niet om gevraagd was. In een jarenlange campagne, die de hele Meer op z'n kop zette en in een modderpoel veranderde, werd de Meer op alle nutsnetten van de stad aangesloten. Riolering, gas, licht en water kwam er, maar ten koste van het slopen van nagenoeg alle grote bomen lang Middenweg en Kruislaan. Bestaande leidingen werden van het midden van de weg opgegraven en aan de zijkant met nieuwe erbij opnieuw verlegd. De Middenweg werd van een gezapige lommerrijke laan een brede uitvalsweg naar het Gooi met naar twee kanten razend autoverkeer. De bevolking probeerde krampachtig het dorpse karakter van de Meer vast te houden maar de Meer was de Meer niet meer.

 

Dit verhaal is verschenen op de site Annexaties 1921 van Ons Amsterdam.

Het is afkomstig van het Digitale Weekblad van Theo Bakker
www.theobakker.net
De afbeeldingen komen uit zeer diverse bronnen, zoals ONH, Stadsarchief Amsterdam, Geheugen van Oost, Vrienden v.d. Watergraafsmeer, enzovoort.

 

Alle rechten voorbehouden

435 keer bekeken

B.H.M.(Dick) Van der Lubbe

de foto van de begrafenis bevat andere personen dan vermeld

Op de afgebeelde foto van de begrafenis van Watergraafsmeer staan vlnr in ieder geval mijn opa Van der Hulst, aannemer van de gemeente Watergraafsmeer, en twee van zijn zoons Van der Hulst. Hij was een direct belanghebbende, want door de opheffing verloor hij praktisch al zijn inkomsten en moest hij de karren en paarden verkopen, zoals mijn moeder zich nog goed herinnerde.