" Het woord 'woningnood' was me al bekend vanaf mijn kleutertijd, ons gezin met 4 kinderen woonde op 2 zolderkamers in een groot huis in Amsterdam Zuid. Later kregen we een etage als inwoners in datzelfde huis. Mijn ouders volgden nauwgezet alle bouwplannen van de woningbouwvereniging , ze waren lid van de Acob en Schaepman . en waren dolblij toen ze uiteindelijk een nieuwbouwwoning in Slotervaart kregen." Alles ging toen nog op lidmaatschapsnummer en de CBH regels over urgentie en hoogte van je inkomen herinnert Karsien zich. Ook haar toekomstige man had een dergelijke woonachtergrond ( lees :Inwonen bij Opa en Oma Frelier )
Toen Karsien het ouderlijk gezin verliet kwam ze via allerlei adressen waar ze op kamers woonde uiteindelijk terecht in de Rivierenflat. Het waren kleine woninkjes - met 1 w.c. voor 3 flats - maar het was zelfstandig wonen, bedoeld voor studenten en vrijgezellen. Ze ontmoette daar haar toekomstige man met wie ze in 1981 trouwde en bovendien was ze in verwachting: dan kon je niet langer blijven wonen in de Rivierenflat.
Net als haar ouders destijds was Karsien ook lid van de Acob en toen ze daar ging informeren werd haar meteen een woning aangeboden in de nieuwbouw aan de Oetgensstraat. Het bleek dat de woningbouwvereniging de flats zelfs aanbood in Den Haag omdat ze geen huurders konden vinden. De huren - zo'n 400 gulden per maand - waren minstens 2 keer zo hoog als de oude bewoners van de buurt gewend waren en daarom waren er maar weinig gegadigden. Omdat Karsien in verwachting was kreeg ze zelfs een 4 kamer woning aangeboden. De woningen werden aangeprezen als "eenvoudig, zonder toeters en bellen " , maar het waren wel maisonettes.
Karsien kwam te wonen in de flat die het laatst gebouwd werd in de Oetgensstraat, de woningen waren gebouwd op een dikke laag beton omdat de grond ernstig vervuild was. Op het terrein hadden allerlei bedrijfjes gestaan nadat de Bierbrouwerij daar was vertrokken.
De buurt was erg verloederd, veel afval op straat en junkies plus gebruikte naalden die in de portieken en tuinen lagen. "De door hen gestolen koffers en tassen werden leeggegooid in de tuinen, eerst brachten we de spullen nog naar de politie, maar er was geen beginnen aan ". Er werd aandacht gevraagd voor deze situatie en zelfs de burgermeester Ed van Thijn kwam kijken. Karsien herinnert zich dat de woningbouwvereniging steeds erg welwillend was: er werden hekken geplaatst om de drugsverslaafden buiten te houden en door allerlei verbeter projecten werd de buurt steeds leefbaarder. Bewoners zelf droegen ook een steentje bij, er werd gezorgd voor prikploegen om het afval weg te halen. Karsien was tot 2010 zelf actief in de bewonerscommissie.
Al met al is Karsien tevreden over het wonen in de nieuwbouw van de Oetgensstraat ; "Er is altijd een prettige sfeer gebleven tussen de bewoners, veel eerste bewoners wonen er nog steeds, en je hebt een mooi uitzicht op de bomen in de binnentuin. Het enige is dat je wel altijd veel bouw lawaai hebt, vroeger was het de woningbouwvereniging die sociale huurwoningen bouwde, nu zijn het de projectontwikkelaars die verdiepingen boven bestaande gebouwen zetten of oude blokjes huizen vervangen. Alles gericht op zoveel mogelijk winst: het is nu echt peperduur om hier te wonen in de nieuwbouw".