In de jaren zestig waren ca. 85000 korfballers aangesloten bij de KNKB. Hiervan waren er 150 lid van a.k.c.Victoria. Amsterdam kende ca. 26 clubs. Verder was er nog een christelijke bond en in het zuiden werd alleen door dames gekorfbald.
Bij de Victorialeden was er een behoorlijk leeftijdsverschil. Tot de ‘oudjes’ behoorden o.a. Piet en Suze Hartog, Dolf en Aaf Schallenberg, Jo en Nanda Spitael, Jan en Jo Mertens, Joop van Wielink , Tonnie van Soest en niet te vergeten Wim van Beek. Niet alleen korfbalden zij nog tot dik voorbij hun
50e-60e levens jaar, maar waren ook de motor van de club. Naar goed Amsterdams gebruik werden zij oom en tante genoemd. Wat weer afgeleerd moest worden, als je als jonkie bij hen in het team meespeelde. De jeugd werd jarenlang opgevangen door meneer Kooij, een echte vaderfiguur.
De jongere spelers o.a. Henk van Tintelen, Harry Heidbuurt, Jaap Blom, Karel van Leeuwen, Wil Mertens, Nel Krelenkamp en Cor Liscaljet ( zij speelde al jaren in het 1e ), namen het stokje over.
Daaronder kwam een nieuwe lichting jeugd sterk opzetten. Mij werd door het bestuur gevraagd om de cursus Jeugd Sportleider van NSF te volgen terwijl ik nog maar net 18 jaar was.
Er werd een sterk juniorenteam gevormd met Harry Doeks, Hennie, Bert IJff, Gerard Heijboer, Gezinus Hogenberg, Sjoerd Somer, Marja Gijben, Corrie de Bruin, Beppie van Raat, Greet de Bruin, Ineke ten Brunsveld, Emmie Hendriks en Donnie Roorda.
En in de sterkste juniorencompetitie in Amsterdam werd gestreden tegen latere hoofdklassespelers.
Deze ploeg kwam nog iets tekort, maar werd nooit weggespeeld. Met deze groep werd wel de basis gelegd voor het latere functioneren binnen Victoria, zowel speltechnisch als bestuurlijk.
-----------------------------------------
Voor meer verhalen over Victoria ga naar:
Korfbalclub Vict. en haar speelvelden;