Cuma Alkan (42) met wie we op een zonnige zaterdagmorgen in de winkel praten is niet de eigenaar. Zijn jongere broer Ertan (29) leidt het bedrijf. Hij is niet aanwezig omdat hij een zakelijke afspraak elders heeft.
De goedlachse Cuma begroet tijdens het gesprek regelmatig Turkse landgenoten die binnenlopen. Het zijn geen klanten maar vrienden zegt hij. ‘Wij hebben niet zoveel Turkse klanten omdat zij hun stoffen tijdens vakanties in hun geboorteland kopen. Onze klanten zijn vooral Marokkanen, Surinamers en Nederlanders’.
Hij heeft er moeite mee dat hun zaak net als bij collega-middenstanders in de Javastraat veel last heeft van de economische crisis. ‘Toen we hier in 1991 onze eerste winkel openden was het een goeie tijd voor iedereen. Ook onze zaak liep geweldig. Iedereen had geld en gaf het ook uit. Jarenlang ging het geweldig maar sinds een half jaar blijven de klanten weg. Door de crisis is er veel leegstand en van al die bouwactiviteiten hebben we veel stofoverlast.’
Dat Alkan Interieurverzorging goede tijden heeft gekend laat Cuma zien op het beeldscherm.
‘We maakten honderden foto’s van de interieurs die we hebben ingericht met onze gordijnen en vitrages. De klanten vinden het leuk om mee te werken omdat we het doen voor ons eigen archief.’
Javaplein
De Alkan broers vinden het jammer dat er zo weinige goede winkels bijkomen. ‘Er zijn teveel groentewinkels,kappers en eetzaken en dat is niet goed voor een winkelbuurt.’ Met de invulling van het Javaplein zijn ze niet gelukkig. ‘Een C & A zou goed zijn geweest voor de hele buurt. Door de hoge huren moeten veel winkels sluiten. Als het zo doorgaat brengen ook wij de maandelijkse kale huur van 3000 euro niet meer op.’
Dursun Alkan, een derde broer die jarenlang in het bedrijf meewerkte, hield het een jaar geleden voor gezien. Hij vertrok naar Turkije om er een nieuwe zaak te beginnen. Cuma Alkan die op zijn 9e jaar vanuit Ankara met zijn moeder naar Nederland kwam wil ook terug naar zijn geboorteland. Zijn dochter, een van zijn drie kinderen, is al vertrokken omdat zij hier geen toekomst voor zichzelf ziet.
Cuma: ‘In Turkije is meer welvaart. Het is daar nu beter dan in Nederland. Veel Turken gaan terug.
Lacht. ‘Nederland is een papierland. Ik heb echt genoeg van al die papieren, rekeningen en blauwe enveloppen die iedere dag in de bus liggen.’
Aan de opening op 25 maart 2011 van de tentoonstelling ‘Buurtwinkels’ in het Amsterdams Museum heeft hij goede herinneringen. ‘Het was heel leuk dat de winkeliers uit de Javastraat met de bus werden opgehaald. Ook onze familie ging mee naar de opening. Ik was nog nooit in het museum geweest. Ertan kent het Amsterdams Museum wel omdat hij er al eens was geweest. Voor ons allemaal was het heel mooi om de feestelijke opening mee te maken.’