Moeders verhaal over politiehond Albert

Is ie 't wel of niet ?

Roelof van ‘t Hoenderdaal – in de praktijk altijd Ruud genoemd – las in De Echo een verhaal van Het Geheugen van Oost, het verhaal over het graf van politiehond Albert en dat bracht oude herinneringen naar boven.

Ruud als misdienaar, hij is de 3e van links. Foto ongeveer 1957/58

Ruud als misdienaar, hij is de 3e van links. Foto ongeveer 1957/58

 

 

 

“Als kind liep ik met mijn moeder geregeld door het Oosterpark en altijd als we langs die grafsteen liepen vertelde ze mij dat vroeger haar vader – mijn opa dus – op die hond paste als zijn baasje weg was. Mijn opa heette Gerard Baanen en woonde in de Transvaalstraat, hij was nachtwaker . We hadden ook thuis een foto van een herdershond , hoewel we zelf geen hond hadden en ik heb altijd gedacht dat dat misschien die beroemde hond was. Maar nu ik weet dat de hond Albert al in 1924 is overleden, begin ik toch te twijfelen. Mijn moeder is van 1922 en ze was dus veel te klein om de logeerpartijen van de hond bewust meegemaakt te hebben. Misschien had zij het ook van horen zeggen ?

Ik kan me mijn opa nog wel herinneren, want nadat mijn ouders scheidden – ik was nog heel jong – hebben we een tijdje ingewoond bij opa en oma op de Transvaalstraat 107. Vervolgens ben ik met mijn moeder naar Brabant verhuisd en  toen ik bijna 10 was zijn we weer teruggekeerd naar Amsterdam. Plotseling werden we ook vroom katholiek, ik denk achteraf dat dat met de armoede van mijn moeder te maken had. Via de kerk kon ze kleren voor de kinderen krijgen – ik zie nog de kasten voor me in de pastorie – en kregen we soms bonnen waarmee je bij Peek en Kloppenburg kleding kon halen. Ook via de kerk kreeg mijn moeder een woning in de Pretoriusstraat. 

Pas op mijn 10e jaar ben ik gedoopt, nadat ik eerst bij de nonnen in het Linnaeushof catechismus lessen heb gevolgd, ik weet nog de naam van zuster Philobertha.  Ik werd misdienaar in de Christus Koningkerk die toen nog erg nieuw was. Ik heb nog meegeholpen om geld op te halen voor een glas-in-lood raam voor de kerk. Ik zat in de Bessemerstraat op school – daar had je een jongens- en een meisjesschool – en van karton hadden we een kerktoren gemaakt. Omdat ik klein van stuk was, liep ik onder die toren en bediende de klepel. We liepen in een optocht naar de kerk.

Ik heb altijd wel plezier gehad in het misdienaar zijn, kapelaan Le Jeune vond ik een aardige man, maar wel een zenuwpees. De huizen rondom de kerk stonden er toen al wel, maar bij de Nobelweg begon het onbebouwde terrein, een heerlijke speelplek ! “.

 lees ook :
Het plaatsen van het beeldje van Albert

 

 

Alle rechten voorbehouden

408 keer bekeken

Bekijk meer afbeeldingen

De foto van de herdershond, datum en naam jongetje onbekend.Inmiddels wel meer bekend;zie reaktie hieronder

De foto van de herdershond, datum en naam jongetje onbekend.Inmiddels wel meer bekend;zie reaktie hieronder

Aan het eind van de Transvaalstraat was bouwland. Foto van ruud en zijn broer, omstreeks 1957

Aan het eind van de Transvaalstraat was bouwland. Foto van ruud en zijn broer, omstreeks 1957

De Echo.waarin Ruud het verhaal las.

De Echo.waarin Ruud het verhaal las.

Dat plaatje van de veiligheidsdienst hing bij opa aan de deur. Foto privébezit

Dat plaatje van de veiligheidsdienst hing bij opa aan de deur. Foto privébezit

Marella Karpe

Dit verhaal heeft een staartje

Wim van Elst - nazaat van brigadier Water - heeft naar aanleiding van dit verhaal contact opgenomen met de verteller Ruud van 't Hoenderdaal. Hij kon duidelijkheid geven over de foto: de hond is niet de politiehond Albert, maar het jongetje naast de hond is wel bekend. Het is de zoon van brigadier Water die op 5 jarige leeftijd is overleden aan kinkhoest. Wim van Elst is erg blij met deze foto, die niet in het familiebezit voorkomt. Zie ook :Het plaatsen van het beeldje van Albert