De nalatenschap van Elisabeth de Bruin (deel 7)

De twee, in het testament genoemde, kerken bestrijden de brief van Mietje Ketellapper en haar zoons.

Verteller: Linnaeushof - De Hofkerk. Hofkerk.
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht

 

 

De kerken reageren

De reactie laat niet lang op zich wachten. De beide kerken ‘verenigen zich’ en stellen in gezamenlijkheid een brief op, gericht aan de Raad voor het Rechtsherstel (Afdeling Rechtspraak). Zij maken melding van het feit dat zij kennis hebben genomen van het verzoekschrift van Mietje Ketellapper en haar twee zoons. Daarna melden zij dat zij onbekend zijn met feit dat er sprake was van een eerder testament (het testament van 10 mei 1940). Zij kennen het testament van 17 mei 1940, waarin wordt gesteld dat zij, de beide kerken, met uitsluiting van haar moeder en broers, tot enige erfgenamen zijn benoemd. Zij ontkennen verder dat dit laatste testament alleen is opgemaakt onder de druk van de Duitse inval en bezetting. Want zo stellen zij, indien dit haar reden zou zijn, dan zou ook het eerste testament haar nalatenschap veilig hebben gesteld. De ‘testering’ ten gunst van Karel van Lanschot zou voldoende zijn geweest. Ook het argument van de doop en de opgenomen wensen van Elisabeth ten aanzien van haar begrafenis en de missen die gelezen moeten worden, worden zoals eerder gezegd, genoemd.

 

Een niet-gedateerde brief Deze afgebeelde brief is handgeschreven en van Elisabeth de Bruin. Datering is onbekend, maar in de brief noemt zij ook haar vader!

Een niet-gedateerde brief Deze afgebeelde brief is handgeschreven en van Elisabeth de Bruin. Datering is onbekend, maar in de brief noemt zij ook haar vader!

Een brief van Elisabeth

Tussen alle stukken die zich in het in de inleiding genoemde dossier bevinden, is ook een brief van Elisabeth de Bruin opgenomen. De brief is opgenomen bij dit verhaal. Helaas is de brief niet gedateerd, maar is een duidelijke aanvulling op het testament van 17 mei 1940. Onderaan de brief is te zien dat de brief is ‘gewaarmerkt’ door de Kantonrechter te Amsterdam. De brief is met andere woorden gecontroleerd op haar ‘echtheid’. In de brief verzoekt zij beide kerken haar ouders en broers een uitkering te verstrekken uit de nalatenschap.

Terug naar: De Hofkerk (alle verhalen)

Alle rechten voorbehouden

337 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe