Ā
Ā
In mei 1941 verhuist Elisabeth naar Elst en gaat wonen aan de Rijksweg, nummer 65. Inmiddels staat zij net als haar familie geregistreerd als Joods. Ook zij krijgt een eigen kaart, opgemaakt door De Joodse Raad van Amsterdam (verkregen via het Joods Historisch Museum). Op deze kaart wordt vermeld dat zij is āopgehaaldā van de Zuthpensestraatweg 42 in Ellecom. Volgens de informatie die ik via de Hofkerk heb mogen ontvangen, is zij verraden door een katholieke man. Het leverde hem een paar rijksdaalders op. Elisabeth zou zijn overgebracht naar de gevangenis in Arnhem. Pogingen om haar vrij te krijgen mislukten. Een pastoor uit Elden (toen een klein dorp, tegenwoordig deel uitmakend van Arnhem-Zuid) heeft het niet aangedurfd om een formulier te ondertekenen dat zij half Joods ā half Rooms zou zijn.
De moeder van Elisabeth en haar broer Nathan hebben bij haar in Elden ondergedoken gezeten, in welke periode is onbekend.
Dankzij de bronnen van het Herinneringscentrum Westerbork weet ik dat dit rond maart 1943 moet hebben plaatsgevonden:
āZij zou naar Ellecom zijn gestuurd (Frits - de āSS-schule Avegoorā). Ze had de status van strafgeval. Ellecom was een opleidingskamp voor de SS. We weten dat hier in 1942 een grote groep Joden is ondergebracht. Ze stonden bloot aan de willekeur van de SS (zie www.Joodse werkkampen.nl) het verbaasd niets dat ook daarna Joden naar Ellecom zijn gestuurd en daar als āpersoneelā hebben moeten werken. Ze is via Arnhem naar kamp Westerbork gestuurd. Allemaal strafgevallen (29 personen). In Kamp Westerbork zat zij in barak 67 (mogelijke datum van aankomst is: 2 dec. 1943). Zij is op transport gegaan op 25 januari 1944.ā
Bij aankomst in Auschwitz op 28 januari 1944 is Elisabeth direct vermoord.