De nalatenschap van Elisabeth de Bruin (deel 6)

Uit de brief van Mietje Ketellapper en haar beide zoons.

Verteller: Linnaeushof - De Hofkerk. Hofkerk.
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht
Wetbuurt
Choorstraat 1. Pastorie van de kerk van de H.Joannes Evangelist. Woonhuis in neo-gotische stijl met uitgekraagde en gepleisterde spitsbogen over de vensters. Omstreeks 1850. Bron: Drimble.

Choorstraat 1. Pastorie van de kerk van de H.Joannes Evangelist. Woonhuis in neo-gotische stijl met uitgekraagde en gepleisterde spitsbogen over de vensters. Omstreeks 1850. Bron: Drimble.

 

 

In de brief van 18 juni 1951 staat dat Elisabeth op 17 mei 1940 haar testament heeft gewijzigd. In de eerdere versie van 10 mei 1940 stond dat zij Karel van Lanschot tot enige erfgenaam had benoemd. Maar op de 17e mei 1940 herroept zij deze ‘uiterste wilsbeschikking’ ten gunste van twee parochies van de R-K Kerken (te weten: de Kerk van de Heilige Joannes Evangelist te ’s Hertogenbosch (Choorstraat 1, Den Bosch) en de Kerk van de Heilige Martelaren van Gorcum te Amsterdam, de Hofkerk).

 

In de brief wordt het volgende betoogd:

“dat gemelde testamenten uitsluitend zijn opgemaakt onder de druk van de overval en de bezetting, daar genoemde Elisabeth de Bruin het zeer waarschijnlijk achtte, dat niet haar familie, die Israelieten waren en zijn, doch de vijand haar eigendommen, in hoofdzaak bestaande uit onroerende goederen, zou verkrijgen;

 

Dat er geen enkele andere reden is geweest waarom deze testamenten zijn opgemaakt, daar in volledige harmonie met requestranten (haar moeder en de beide broers) haar geheele leven is omgegaan, het geen ook bovendien blijkt uit het feit, dat zij gedurende de geheel bezetting, totdat zij door de vijand als Jodin is gearresteerd, het contact met requestranten heeft onderhouden en zij voor dezen, die allen ondergedoken waren, steeds levensmiddelenkaarten heeft verzorgd en requestrante sub 1 (de moeder) en requestrant sub 3 (Nathan) gedurende eenige tijd bij haar in Elden ondergedoken zijn geweest;

 

Dat de benoeming van gemelde Heer Van Lanschot, een vermogend bankier, slechts is geschied in de overtuiging, dat requestranten als Israelieten de dupe van de vijand zouden worden, vóórdat er eenige kans zou zijn, dat genoemde Elisabeth de Bruin zelf te eeniger tijd zou blijken Israeliete te zijn; (zij liet zich voor Roomsch Katholiek doorgaan en liep zonder ster en met een groot kruis)”

 

De brief is gedateerd op 15 juni 1951, zo lang speelde deze erfrechtelijke kwestie al (en zal nog enige jaren spelen). Moeder en de broers van Elisabeth willen dat het testament vernietigd wordt of op zijn minst nietig wordt verklaard.

Terug naar: De Hofkerk (alle verhalen)

Alle rechten voorbehouden

257 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe