Ik zat op de kleuterschool in de Schoollaan, officieel de 1e Ringdijkstraat, bij juffrouw van Wezel. Er was daar een prachtig overdekte zandbak. Naast de school waren nog wat huisjes en dan had je kwekerij van Vliet en Wielinga. Rietje van Vliet zat bij me in de klas.
Toen ik naar de lagere school moest, ging ik natuurlijk naar de openbare Abraham van Riebeeckschool op de hoek van de Schoollaan. Mijn broers Henk en Jan zaten ook op die school. Henk was wel braaf, maar Jan en ik haalden wel eens wat uit. Dan moesten we voor straf naar meester van Dongen waar mijn broer Henk zat. Die vond dat niet leuk! Ik was dus een beetje lastig op school, een onrustig kind. En dat was natuurlijk niet goed voor de naam van de kruidenierswinkel van mijn ouders!
Wij leverden in de Sinterklaastijd altijd snoepgoed aan de school, maar op een keer was er iets, wat weet ik niet precies meer, maar de school besloot zijn snoep niet meer bij ons te kopen. Dat had ik op mijn geweten. Voor mijn moeder was de maat vol, ik moest naar de Christelijke School met de Bijbel op de Hogeweg. Daar werd pas echt geleerd. Ik werd gelijk een klas teruggezet. Mijn uitspraak van het Nederlands was heel anders dan die van de andere kinderen. Er waren daar veel kinderen van dokters. Ik praatte een plat Schagerlaans: ‘Breejeweg’ in plaats van ‘Bredeweg’. Wat werd ik vaak verbeterd! Die kinderen daar kwamen graag bij me thuis. Echt interessant vonden ze me!