Thea Overbeek woonde 18 jaar met man en dochter in de Reinwardstraat, naar haar zeggen in ‘het enige pand in de straat dat scheef stond’. Daarnaast waren er meer gebreken, zoals het ontbreken van een vensterbank om de kamerplanten neer te zetten. Qua ruimte was het echter luxe vergeleken bij de woning in de 2e van Swindenstraat waar Thea – het elfde kind in een gezin met 15 kinderen – opgroeide. “We hadden naast de huiskamer, twee tussenkamertjes en een slaapkamer, plus een zolder. Mijn ouders sliepen in een bedstee en wij sliepen met drie kinderen in 1 bed, je moest altijd over iedereen heen kruipen om ergens te komen, maar wij vonden dat gewoon. Mijn vader werkte als trambestuurder bij de gemeente, ‘vaste armoede’ werd dat genoemd, maar toch kon er altijd wel een mond bij als er gegeten werd, wij hadden een warm gezin. Onze woning was boven de bank van lening, op maandagen en zaterdagen hadden we moeite om de deur uit te komen, zulke lange rijen mensen stonden er dan. Met zoveel mensen in het gezin had iedereen natuurlijk een aantal huishoudelijke taken en toen ik ging werken wilde ik beslist niet in de huishouding terecht komen. Ik wilde graag naar de industrieschool , maar dat kon niet. Toen werd ik kousen reparateur en later kwam ik op atelier terecht, waar ik soms meer verdiende dan mijn vader “.
Vanuit de Reinwardstraat kwam Thea in de Roomtuintjes te wonen, een woning uit de 2e oplevering. Kort voor de verhuizing was Thea samen met drie andere mensen over de buurtsanering geïnterviewd voor het damesblad ‘ Libelle’ en had tijdens dat interview gezegd dat ze zo blij was om eindelijk een vensterbank te krijgen .
Spoedig daarna kreeg Thea van de Voorpost Bestuurscontacten Dapperbuurt de vraag of zij Koningin Juliana wilde ontvangen, die een werk bezoek ging brengen aan Amsterdam. Thea was uitgekozen omdat ze in het Libelle interview zo’n nuchtere indruk had gemaakt. Na enige aarzeling besloot Thea het te doen “mijn moeder was erg koningsgezind en ik wilde haar een plezier doen “.
Er werd Thea op het hart gedrukt dat ze niets mocht zeggen over het op handen zijnde bezoek. De bedoeling was dat Thea en haar man met de koningin zouden converseren terwijl hun dochter koffie schonk. Thea informeerde wat ze moest aanbieden bij de koffie, maar dat maakte niet uit. “Toen heb ik maar een cake gekocht, maar uiteindelijk heeft de koningin daar niet van genomen, ze zei dat ze dat niet mocht van zichzelf. Ze was heel makkelijk en ongedwongen, dit in tegenstelling tot de opperkamerheer die er ook was. ( Burgemeester Samkalden, wethouder Kuijpers en een secretaris waren eveneens aanwezig) De kamerheer zei steeds ‘keurig onderhouden’ over onze meubels en vroeg over een kast die duidelijk uit een meubelfabriek kwam of mijn man die zelf had getimmerd. Ik kreeg als cadeau een boek over plantenverzorging, ik had immers gezegd dat ik blij was met mijn vensterbank. In dat boek heeft de koningin haar handtekening gezet. Ik heb het boek nog vaak gebruikt”.