Leo Nederstigt kwam midden in het saneringsproces van de Indische Buurt als kapelaan van de Gerardus Majella kerk werken en kreeg meteen te maken met conflicten over het proces van sloop en nieuwbouw. Hij bemiddelde tussen bewoners, politieke groepen ( de C.P.N. was toen erg actief) en bestuurders. De buurt was sterk in beweging, er trokken veel mensen weg, de armoede nam toe en de eens zo sjieke Javastraat ging failliet. Een hele stroom nieuwkomers: Surinamers, Marokkanen en Ieren bevolkten de buurt. De parochie opende een jongerensoos op de Zeeburgerdijk, nog in de oude barakken, waar b.v. ook leden van Hells Angels welkom waren. Daar zaten soms kinderen van keurige middenstanders bij. De scheiding tussen de kerkzuilen verdween in die tijd, maar grappig genoeg herinnert Leo Nederstigt zich dat de melkboeren in de buurt katholiek waren en de bakkers protestant. Hij heeft daar geen verklaring voor: “Vermoedelijk was het toeval, maar wellicht speelde mee dat melkboeren vaak kinderen van boeren waren “.
In 1997 werd Leo Nederstigt tevens pastor in de Dapperbuurt en de Oosterparkbuurt, de ‘hangouderen’ uit het Oosterpark kent hij al lang; als hij langskomt zeggen ze ‘Ha Pater’ . De Gerardus Majellakerk sloot in 1999 en ook de pastorie moest leeg, toevallig woonden hoogbejaarde religieuze broeders in een woning in de Roomtuintjes en daar kon Pastoor Stam bij intrekken, later opgevolgd door Leo Nederstigt. “Het was toen al een heel gemengde bevolking die hier woonde, ook veel mensen zonder relatie, zonder werk, met schulden of met verslavingen.
Er waren diverse woningen waar men kamers onderverhuurde, dat biedt uitkomst voor veel mensen die geen eigen woonplek hebben, maar geeft ook overlast. Ik herinner me een nachtelijke ruzie waar met veel lawaai de huur opgeëist werd. Toch vond ik het heerlijk om hier te komen wonen, er wordt veel onderlinge hulp gegeven, daardoor komt er meer geluk. Nu ik zelf ziek ben krijg ik veel aandacht en hulp. En in de kerk zitten nog steeds de junk en de professor naast elkaar en kunnen we mensen helpen die verslaafd zijn of in de gevangenis zitten. We laten ze vrijwilligerswerk doen en kunnen soms mensen aan een baantje in de kerk helpen zoals schoonmaker. Via het dekenaat kunnen we een enkele keer mensen leren lezen en het geloof helpt mensen die hun draai kwijt zijn geraakt om plezier te putten uit het helpen van anderen. Een van die mannen zorgt al 15 jaar voor een gezamenlijk kookmoment waarna de armen een bordje eten krijgen. Er is veel barmhartigheid.”
Leo Nederstigt zou wel dingen willen veranderen binnen de Roomtuintjes. “Wat zou het fijn zijn als het gebouw van Pontania meer een huiskamer functie krijgt. Dat Surinaamse mensen die van ‘bigi yaries’ houden ( jubileum verjaardagen) of die rouwbijeenkomsten willen organiseren de ruimte zouden kunnen huren voor een schappelijke prijs. Dat de religieuze zusters – ja ze zijn er nog – er een ontmoetingsplek kunnen houden, dat de ‘lastige jongens’ er een laat avondje in de week terecht kunnen of dat er een spreekuur komt waar je terecht kan voor vragen rondom echtscheiding of ruzie.” De pastoor heeft genoeg ideeën “Als individu kun je ook iets doen om het leven te verbeteren, ik voel me daarin geïnspireerd door de huidige paus “.