Het gezin Smeer in oorlogstijd
Vera en haar ouders zijn op 10 mei 1940 al gevlucht naar Frankrijk, naar Toulouse. De pop van Vera, die ze altijd bij zich had, wordt de ‘schuilplaats’ van de Nederlandse paspoorten.
In Toulouse wordt haar broertje Eduard Martin, 23 mei 1942, geboren. Vera vertelt: “In augustus 1942 moeten we op last van het Vichy regime verplicht verhuizen naar Lacaune-Les-Bains (een kuuroord in de Tarne) een dorpje hoog in de bergen. De burgemeester, waarmee mijn moeder bevriend raakt, waarschuwt ons in december 1942 dat er een lijst is waarop de namen staan van de Joodse mannen die de volgende dag worden opgehaald. Hij helpt ons te vluchten en geeft ons, hij is ook dokter, een middel waardoor we moeten braken. Onderweg komen we de Duitsers tegen die op weg zijn naar het kuuroord. Zij denken door dat braken dat we een besmettelijke ziekte hebben. Anderen laat hij onderduiken in de bossen.
Uiteindelijk komen we in Genève terecht. Dankzij mijn broertje worden we toegelaten! De Zwitsers accepteren alleen vluchtelingen met kinderen jonger dan zes jaar oud. Bij aankomst in Genève komen onze officiële documenten boven water (uit de pop)! Vanaf augustus 1943 gaan we vanuit Genève naar het vluchtelingenkamp Beau-Site te Clarens (Montreux).”(14)
Mijn ouders zijn van elkaar gescheiden tussen 1947 en 1948. Emanuel is in de Verenigde Staten overleden (1979), Anna Rosina in Antwerpen (1974), zij is begraven op de Joodse Begraafplaats van de “Frechie-Stichting” te Putte (Noord Brabant) in Nederland.
Bekend is dat Anna Rosina voor een tweede keer is getrouwd. Haar tweede huwelijk, is met Hermann Friedberg. Omdat Hermann een Duits paspoort heeft, weigert ze aanvankelijk om met hem te trouwen. Als in 1953 in Duitsland een wet van kracht wordt waardoor de partner niet automatisch Duits wordt (tenzij op eigen verzoek) besluiten ze te trouwen.
Terug naar de Inhoudsopgave