Mathilda en haar activiteiten ‘buitenshuis’.

Verteller: De familie Gans. Sara de Vries
Auteur: Frits Slicht Frits Slicht

Binnen de traditionele rolverdeling in de joodse gemeenschap (van Rechouwous) waar Mathilda en Pinehas verkeren, is buitenshuis werken niet gebruikelijk.

De familie Gans. De Familie Gans. Zittend v.l.n.r.: onbekend, Opa Gans, Philip, Pinehas Gans. Staand: v.l.n.r.: onbekende jongeman, onbekend, Margaretha Gans. (bron: Mevr. S. de Vries). Datering onduidelijk, mogelijk medio jaren dertig.

De familie Gans. De Familie Gans. Zittend v.l.n.r.: onbekend, Opa Gans, Philip, Pinehas Gans. Staand: v.l.n.r.: onbekende jongeman, onbekend, Margaretha Gans. (bron: Mevr. S. de Vries). Datering onduidelijk, mogelijk medio jaren dertig.

Alle rechten voorbehouden

Omdat het duidelijk om ‘pleeggezinnen’ gaat, zou het ook om de opvang van kinderen van vluchtelingen kunnen gaan. Aan het eind van de jaren dertig is het aantal vluchtelingen uit o.a. Oostenrijk en Duitsland snel toegenomen. Zo is de “Joodschen Vrouwenraad” direct betrokken bij de werving van pleeggezinnen en de opvang van kinderen.
Wanneer zij met deze ‘werkzaamheden’ is begonnen, wordt niet vermeld. In ieder geval heeft zij deze functie in de oorlogsjaren nog vervuld. Vanwege haar functie, haar werk, krijgt ze een sperre (= document dat tijdelijke vrijstelling van deportatie verschafte). Het is wel opvallend dat zij werkt. Binnen de traditionele rolverdeling in de joodse gemeenschap (van Rechouwous) waar Mathilda en Pinehas verkeren, is buitenshuis werken niet gebruikelijk.

Oprichting damesafdeling Rechouwous

De joodse vereniging Rechouwous heeft kort na haar oprichting ook een damesafdeling opgericht. In het juni nummer (1926) van het Maandblad Rechouwous maakt de redactie melding van de oprichting van deze afdeling.

Enkele citaten uit dit bericht:

"Dezer dagen heeft ‘Rechouwous’ een Damesafdeeling gesticht. Dit weder
een stap in de goede richting, omdat een goed Joodsch ‘gezin’, waaronder
men Rechouwous kan rangschikken, veel er toe kan bijdragen, dat in zijn
woning een ware Joodsche geest heerscht.”

“Vooral, als na een week van intensieven arbeid de Jood zijn woning in
een heerlijk frisch Sjabboskleed treft, gevoelt hij zich eens geheel en al vrij
van alle dagelijksche beslommeringen.”

“Daar dus de vrouw zoo’n belangrijke taak in het Joodsche gezin heeft, kan
zij zorgen, dat haar man trouw ter Sjoel komt, de kinderen trouw de
Joodsche school bezoeken.”


(Bron: Het Maandblad Rechouwous, juni 1926)

Maar uit het feit dat op haar archiefkaart staat dat zij als medewerkster van een bepaalde instelling heeft gewerkt, doet vermoeden dat zij zich van deze ‘aanbevelingen’ niet veel heeft aangetrokken. Mogelijk heeft maatschappelijke betrokkenheid hier een rol gespeeld.

Terug naar: de inhoudsopgave

Alle rechten voorbehouden

140 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe