Jopie Cruijff heb ik heel goed gekend. Mijn vader was jeugdsecretaris van Ajax. Mijn moeder had met Nel Cruijff, Johan’s moeder, een goede band en dit maakte de familie Cruijff een vriendenfamilie. Als mijn ouders weg moesten ging ik soms bij de fam. Cruijff slapen. Ik kan me nog haarscherp de kamer herinneren waarin ik sliep. Het was waarschijnlijk Hennie Cruijff's bed want Johan sliep in het andere bed. De kamer was op de hoek dus de ramen zaten op vreemde plaatsen. De bedden waren spijltjesbedden, wit geschilderd. Tante Nel was heel lief en liet het licht aan in mijn kamer, ik ben altijd bang in het donker geweest. Vreemd genoeg maakte dit 'tante' Nel van haar zoon Johan geen neefje voor mij. Ik heb hem altijd een vervelend kereltje gevonden, een irritante pestkop zelfs.
Zijn vader stierf aan een hartverlamming op een mooie zomeravond vlak nadat ik hem met nog een biertje had zien zitten in hun tuin. Ik was op weg naar mijn oma in de Graanstraat om haar mijn bril te laten zien die ik die dag voor het eerst had. Mijn moeder maakte mij wakker en ik dacht onmiddellijk dat mijn eigen vader was overleden. Zij was heel erg gesteld op Nel’s man, Marinus Cruijff.