Een bekende Nederlander uit het hartje van de Indische buurt is Jasperina de Jong. Als jongste dochter van Marie en Willem de Jong maakte ze voor het eerst naam in cabaret Lurelei, waar ze ook haar inmiddels overleden man Erik Herfst ontmoet. Jasperina (roepnaam Pien) bezocht de Van Kol ULO in de Bankastraat en oefende later veel in het Bavohuis.
De familie De Jong woonde twee hoog boven de electrozaak van Haverbus, op de hoek Javastraat/Javaplein, en keek op de achterkant van het badhuis. Tante Marie was een boezemvriendin van mijn moeder. Ome Willem hield wel van een borreltje. Dat dronk ie vaak op het Kadijksplein. Op de weg naar huis stopte hij dan weer bij een van de cafés aan het begin van de Zeeburgerdijk of Pontanusstraat. Ook als ie de Borneostraat nam, was de verleiding groot om bij één van die cafés een afzakkertje te nemen. Als jongetje ben ik een keer ontzettend geschrokken toen hij aangeschoten voor de deur stond en vroeg of mijn moeder hem naar huis wilde brengen, want dan ging tante Marie wat minder te keer.
Misschien op zulke momenten niet, maar met tante Marie kon je lachen. Dat cabareteske heeft Jasperina echt van haar moeder. Die was zo gek als een looiendeur. Ze had een parkietje dat op het zeil in de keuken met een pingpongballetje voetbalde. De manier waarop zij verhalen vertelde, stemmetjes en accenten nadeed, dat had Jasperina niet van een vreemde.