Er lag een industrieterrein aan het eind van het Zeeburgerpad, dat lag wel 8 meter lager dan de wijk. Daarnaast was dan het Jodenmanussie en allerlei weiland. Op de plek waar nu het Flevobad is stond een papierpers. Op het industrieterrein trof je loodsen, metaalwerkplaatsen, een meubelspuiterij en een bedrijf dat koper verwerkte. Kortom allerlei interessant spul voor de ondernemende jongen die ik toen was. In een van de zijstraten van de Zeeburgerdijk – je kwam er via een poort – zat de firma Hijff waar je bakfietsen kon huren, mits je minimaal 16 jaar was. Ik was 12, maar zag er ouder uit en was er van overtuigd dat ik de bakfiets kon houden als ik de dijk afreed. Mijn plan was om allerlei oud ijzer dat ik verzameld had te vervoeren. Het was toch moeilijker dan ik dacht, op een gegeven moment raakte de bakfiets een stoeprand en via een helling vol brandnetels reed ik met bakfiets en al de sloot in. Gelukkig zag een chauffeur van een voorbijrijdende vrachtwagen het gebeuren en hij heeft mij en de bakfiets uit het water gehaald. Het oud ijzer moet er nog liggen !
Ik was zowel stadskind als buitenmens en wat was er veel te zien op dat gebied aan het eind van de Krammatweg, waar de Diemerzeedijk begint ! Er stonden geheimzinnige barakken te midden van bomen en bosjes – “daar zitten gekken” werd er gefluisterd – er was een pompstation, het verboden Defensie eiland en er waren wel 3 rijdende ponten, op rail staken die gevaarten het water over, het leken wel heel grote ijzeren ledikanten.
Ik ging als kind naar Jeugdland – een stukje moeras met rietland - waar je met gereedschap mocht werken. Zo bouwden we een molentje waarmee je een klein beetje elektrische stroom kon opwekken; het was een sport om elkaar dan schokken te geven en te zien wie dat het langste volhield. Het mooie was, we hadden een jeugdleider die Paul Vlaanderen heette en inderdaad een oud politieman was. Ik zat liever op al die interessante terreinen en op Jeugdland dan op school, dus als14 jarige moest ik gaan werken. Na een zeer korte carrière als plastic lasser –“het vak van de toekomst”, maar o wat was dat saai – begon ik als leerling ‘vrijmaker’. Een vrijmaker zorgt er voor dat goederen die de grens over moeten van de nodige papieren worden voorzien. Dat betekent heel veel fietsen tussen de haven en bedrijven in de hele stad, ik kwam er snel achter dat de vrijmakers onderling hun opdrachten uitwisselden zodat je niet de hele stad door hoefde maar alleen een bepaalde wijk. Ik verdiende 25 gulden per week Hierdoor hoefde ik eigenlijk maar een paar uur per dag te werken en ik ging uitkijken naar bijverdiensten.
Ik hoorde van een andere jongen dat je bij de Cemsto schoon kon maken, maar je moest wel 18 jaar zijn. Ik was 14, maar vertelde bij de mevrouw van personeelszaken dat ik 19 jaar was. Ze zag mijn naam en vroeg me of ik familie was van Copier in Ouderkerk, ja dat waren mijn grootouders. Ik werd meteen aangenomen en toen ik mijn werkpasje kreeg stond er zelfs op dat ik 23 was . Dat had zij expres gedaan zodat ik volwassen loon uitbetaald kreeg. En dat voor een 14 jarige.