In de omgeving van de President Brandstraat had je eigenlijk best veel winkels. Bij ons om de hoek zat de kruidenierszaak van Jacob Boutelje (in de Joubertstraat op nr. 8). Het was een gezin met twee kinderen. Je had ook een slager (Salomon Sarfaty, getrouwd met Sientje Herz), die zat ook in de Joubertstraat, op nr.10. Dat was een gezin met vier kinderen waarvan drie de oorlog overleefden. Die drie kinderen verstopten zich in een kast toen hun ouders werden opgepakt. Later zijn ze ondergedoken en hebben ze de oorlog overleefd.
In mijn herinnering had je ook twee bakkers. Ten eerste had je bakker Ferwerda, hoek Afrikaanderplein - Joubertstraat. Hij was trouwens een niet-joodse bakker. De andere bakker was een bekendere bakker, bakker Verdooner op de Tugelaweg.
Maar de belangrijkste winkel voor ons gezin was kruidenier Wagenaar. Wagenaar zat in de Ben Viljoenstraat, op nr.14a. Dat was de kruidenier waar ons gezin borgde (pofte). Mijn moeder had daar een special boekje voor. Als mijn moeder of één van ons boodschappen ging doen, dan deed je dat met het boekje. Aan het eind van de week werd er afgerekend. Vaak was dit wel zo’n 7 gulden voor de hele week. Voor ons gezin was dat een hele uitgave. Als mijn vader het boekje onder ogen kreeg, verzuchtte hij: ‘Oh, oh, wat hebben jullie weer veel gehaald’. Tenslotte moest ook de huur nog betaald worden.
Wagenaar was een echte buurtwinkel, er werd altijd een praatje gemaakt. Ik kende iedereen en iedereen kende mij als Katrien. Naast Wagenaar zat de melkwinkel van weduwe Bril. De vrouw, Klaartje Bril-Degen, ging met een juk langs de deuren om melk te bezorgen.
Volgens www.joodsmonument.nl had mevrouw Bril een kruidenierszaak. (Toevoeging schrijver.)
Voor alle verhalen: Katharina Blog-Suesan inhoudsopgave