Oma, vertel nog eens hoe het hier vroeger was.
Dat vragen mijn kleinkinderen als ik met ze op de Jaap Edenbaan schaats. En dan vertel ik ze over de tijd dat er nog geen ijsbaan was.
Ons “vroeger” begint rond 1900.
Mijn grootouders hadden een boerderij in pacht van Hoeve Voorland in de gemeente Watergraafsmeer. Groot gezin met 9 kinderen waarvan mijn vader de jongste was. Er werd ook toen al geschaatst., op slootjes en plassen. Lekkere warme schoenen waren er niet, je ging op klompen naar school met in die klompen een flinke bos stro. Zo bleven je voeten warm en droog. En zo ging je ook schaatsen. De schaatsen, botjes of Friese doorlopers, bond je onder je klompen.
De winters waren heel koud.
Bevroren bloemen op de ruiten van huis en stal. Daar kon je met je warme adem kijkgaatjes in blazen.
Om in de winter warm te blijven breide oma sokken, truien, mutsen, wanten en sjaals van gesponnen wol van eigen schaapjes.
Altijd een pan dikke soep op het kolenfornuis en biest als toetje [1] .
In 1921 werd zelfstandig Watergraafsmeer geannexeerd door de gemeente Amsterdam, er moest een woonwijk komen en ook een voetbalstadion en sportvelden.
Boerderijen werden onteigend. Het gezin van mijn Opa verhuisde gedwongen met al het vee naar een boerderij in een dorp aan de rand van Amsterdam.
En nu 100 jaar later, is het Ajaxstadion alweer geschiedenis. De voormalige polder de Watergraafsmeer is een stadsdeel geworden met woningen, sportvelden en een ijsbaan. Een plek waar ik niet kan komen zonder aan mijn ouders en voorouders te denken.
Het geeft aan de winters in “Oost” een extra dimensie, een warm gevoel, schaatsen daar waar je vader is geboren.
T.Straver
[1] Biest is de eerste, zeer rijke melk die gevormd wordt als een koe bevallen is